Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

KNM 5.1 - 5.2

KNM 5.1 + 5.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

KNM 5.1 + 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5: Opvoeding en onderwijs



5.1 Opvoeden

5.2 Kinderopvang









Slide 2 - Tekstslide

Thema 5: Opvoeding en onderwijs

We kijken naar de introductiefilm. Je ziet een gesprek van een moeder en kind over het kiezen voor een school.

1. Wat is het VO?
2. Naar welke school wil het meisje? En wat wil de moeder?
3. Wat wil het meisje worden?

Slide 3 - Tekstslide

Heb jij kinderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is het moeilijk of makkelijk om voor kinderen te zorgen?
A
Moeilijk
B
Makkelijk

Slide 5 - Quizvraag

Wat is makkelijk aan voor kinderen zorgen?

Slide 6 - Woordweb

Wat is moeilijk aan voor kinderen zorgen?

Slide 7 - Woordweb

5.1 Opvoeden
opvoeding - ouders helpen kinderen opgroeien en zelfstandig worden
zich ontwikkelen - groeien, groter worden. Fysiek en mentaal. Ook: dingen leren
verantwoordelijk - je hebt een zorg of taak die je serieus moet nemen. Je moet kunnen uitleggen hoe en waarom je iets doet.
gedrag - hoe je je gedraagt; al jouw acties en reacties
per ongeluk - niet expres
pesten - je doet iemand expres vaak pijn en bent niet aardig
 




Slide 8 - Tekstslide

5.1 Opvoeden
kinderbijslag - je krijgt geld van de overheid als je kinderen hebt
kindgebonden budget - extra geld voor jouw kinderen als je niet zoveel inkomen hebt
recht hebben op - volgens de wet moet je dit krijgen




Slide 9 - Tekstslide

5.1 Opvoeden
  • Oefening 3 op blz. 54 in tweetallen
  • Oefening 4 op blz. 55 alleen, daarna met elkaar bespreken




Slide 10 - Tekstslide

5.1 Opvoeden
in tweetallen

  • Werkblad 5.1a
    Wat moet een kind in zijn opvoeding leren? Wat vind jij belangrijk?
    Nummer van 1 - 10 (1 = niet belangrijk, 10 = heel belangrijk)

Slide 11 - Tekstslide

5.2 Kinderopvang
kinderopvang - iemand anders zorgt voor jouw kinderen. Jij betaalt voor kinderopvang
kinderdagverblijf / crèche - opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar
gastouder - iemand die kinderen thuis opvangt
buitenschoolse opvang - opvang voor en na school, voor kinderen van 4 tot 13 jaar

Slide 12 - Tekstslide

5.2 Kinderopvang
wachtlijsten - lijst met namen, als er geen plek is
toeslag - geld dat je elke maand van de Belastingdienst krijgt
www.toeslagen.nl - op deze website kun je berekenen welke en hoeveel toeslagen je krijgt

Slide 13 - Tekstslide

5.2 Kinderopvang
  • Bespreek de vragen in tweetallen (opdr. 5)
  • Heb jij in jouw land kinderopvang?
  • Is er verschil met Nederland? Zo ja, wat is het verschil?
  • Vind je het belangrijk dat er kinderopvang is? 
  • Waarom?  
  • Klassikaal bespreken

Slide 14 - Tekstslide

5.2 Kinderopvang
  • Maak zelfstandig opdr. 6
  • Bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide