Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Irregular verbs
Wat is een verb?
vakantie
boek
werkwoord
iets met Engels
1 / 35
volgende
Slide 1:
Poll
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is een verb?
vakantie
boek
werkwoord
iets met Engels
Slide 1 - Poll
What is the irregular verb for:
kopen
Slide 2 - Open vraag
Irregular verbs
…….. - told- told
A
told
B
tolled
C
telled
D
tell
Slide 3 - Quizvraag
Irregular verbs
break - ……. - …...
A
breaked - broken
B
broke - broken
C
broke - broked
D
break - break
Slide 4 - Quizvraag
Irregular verbs
make - ….. - …...
A
made - made
B
maked - makes
C
mede - made
D
made - maked
Slide 5 - Quizvraag
What is the irregular verb for:
voelen
Slide 6 - Open vraag
Irregular verbs:
Which one is correct?
blazen
A
blaw - blew - blawn
B
blow - blew - blown
C
blow - blow - blown
D
blow - blew - blawn
Slide 7 - Quizvraag
Irregular verbs
lose - …... - …...
A
loose - losed
B
lost - lost
C
loes - lose
D
lost - lossed
Slide 8 - Quizvraag
Irregular verbs
fly - …... - …….
A
flied - flown
B
flewed - flown
C
flew - flewn
D
flew - flown
Slide 9 - Quizvraag
What is the irregular verb for:
schrijven
Slide 10 - Open vraag
Irregular verbs
give - …... - …….
A
gaved - given
B
given - gave
C
give - give
D
gave - given
Slide 11 - Quizvraag
Irregular verbs
ring - …... - …...
A
rang - rung
B
ringed - rang
C
rong - rang
D
rung - rang
Slide 12 - Quizvraag
Irregular verbs
catch - ….. - …...
A
caught - caught
B
catched - caught
C
caught - catched
D
catched - catched
Slide 13 - Quizvraag
What is the irregular verb for:
nemen
Slide 14 - Open vraag
Irregular verbs
go - ……. - …...
A
goed - went
B
went - gone
C
goed - goed
D
goes - gone
Slide 15 - Quizvraag
Irregular verbs:
Which one is correct?
winnen
A
win - wan - wun
B
win - wan - won
C
win - won - wun
D
win - won - won
Slide 16 - Quizvraag
Irregular verbs:
Which one is wrong?
A
(vangen) catch - caught - have caught
B
(betalen) pay - payed -have payed
C
(bouwen) build - built -have built
D
(graven) dig - dug -have dug
Slide 17 - Quizvraag
Irregular verbs:
Which one is correct?
verstoppen
A
hide - hided - hidden
B
hide - hid - hidden
C
hide - hode - hoden
D
hide - hid - hid
Slide 18 - Quizvraag
Irregular verbs
choose - ……. - chosen
A
chose
B
chosen
C
chosed
D
choose
Slide 19 - Quizvraag
Irregular verbs:
Which one is correct?
spreken
A
speak - spoke - spoken
B
speak - speaked - spoken
C
speak - spoke - speaked
D
speak - speaked - speaked
Slide 20 - Quizvraag
Irregular verbs:
Which one is correct?
denken
A
think - thought -thought
B
think - thinked - thinked
C
think - thaught -thaught
D
think - thinked - thought
Slide 21 - Quizvraag
Irregular verbs
betalen – betaalde(n) – betaald
Slide 22 - Open vraag
What is the irregular verb for:
verkopen
Slide 23 - Open vraag
Irregular verbs
Which one is correct?
houden
A
keep - keept - kept
B
keep - kept - kept
C
keep - kept - keept
D
kep-kept-kept
Slide 24 - Quizvraag
Irregular verbs
do - did - ............
Slide 25 - Open vraag
Irregular verbs
eat - ......... - eaten
Slide 26 - Open vraag
Irregular verbs
to forbid - ......... - forbidden
Slide 27 - Open vraag
Irregular verbs
zijn = .... - .... - ....
Slide 28 - Open vraag
Irregular verbs
dragen = .... - .... - ....
Slide 29 - Open vraag
Irregular verbs
worden = .... - .... - ....
Slide 30 - Open vraag
Irregular verbs
wedden = .... - .... - ....
Slide 31 - Open vraag
Irregular verbs
stelen = .... - .... - ....
Slide 32 - Open vraag
Irregular verbs
vergeten = .... - .... - ....
Slide 33 - Open vraag
Irregular verbs
schrijven = .... - .... - ....
Slide 34 - Open vraag
Irregular verbs. How did you do?
A
green
B
yellow
C
red
Slide 35 - Quizvraag