1.
Je ontvangt klanten en verwijst klanten door.- Je ontvangt en begroet de klant en staat de klant te woord
- Je geeft klanten informatie en verwijst hen door
- Je biedt klanten koffie of thee aan
- Je neemt afscheid van de klant
2. Je registreert gegevens
- Je schrijft bezoekers in/uit en je kunt tijden noteren