Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
werkwoordspelling - citaat - leestekens
TEST JEZELF
CITAAT - LEESTEKENS - WERKWOORDSPELLING
Kun je de theorie toepasen?
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
TEST JEZELF
CITAAT - LEESTEKENS - WERKWOORDSPELLING
Kun je de theorie toepasen?
Slide 1 - Tekstslide
Heeft dit citaat de goede leestekens?
Jan vroeg: "Waarom moeten we altijd zo vroeg opstaan?"
A
goed
B
niet goed
Slide 2 - Quizvraag
Heeft dit citaat de goede leestekens?
Papa zei "Dat heb je goed gedaan"!
A
goed
B
niet goed
Slide 3 - Quizvraag
Jan vertelde dat hij zijn buurman uit het kanaal had gered.
A
dit is een citaat
B
dit is geen citaat
C
de leestekens kloppen niet
D
dit is een uitdrukking
Slide 4 - Quizvraag
Jan vertelde: ´Ik heb mijn buurman uit het kanaal gered.´
A
dit is een citaat
B
dit is geen citaat
C
de leestekens kloppen niet
D
dit is een uitdrukking
Slide 5 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Let op hoofdletters en werkwoorden!
De jongen beloofd haar een cadeautje.
A
goed beloofd = voltooid deelwoord
B
fout belooft = PV TT: stam + t
Slide 6 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Let op hoofdletters en werkwoorden!
Zij is in januari jarig.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
B
Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij heeft zich bij mij gemeld.
B
Hij heeft zich bij mij gemeldt.
C
Hij heeft zich bij mij gemelt.
Slide 9 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Annie vluchte de wc in.
B
Annie vluchtte de wc in.
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij is verhuist naar Amsterdam.
B
Hij is verhuisd naar Amsterdam.
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Houdt je van pizza?
B
Houd je van pizza?
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Je rijdt in een luxe wagen.
B
Je rijd in een luxe wagen.
Slide 13 - Quizvraag
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd = voltooid deelwoord
B
gebeurt = PV TT: stam + t
C
gebeurdt = PP TT: stam +dt
Slide 14 - Quizvraag
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden = hele werkwoord
B
besteede = PP VT: stam + e
C
besteedden = PP VT: stam + den
D
besteeden = PP VT: stam + en
Slide 15 - Quizvraag
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend = voltooid deelwoord
B
betekent = PV TT: stam + t
C
betekendt = PP TT: stam + dt
Slide 16 - Quizvraag
Welk woorden moeten met een hoofdletter?
Elke zondag laat mevrouw de jong haar hond uit.
A
zondag, jong
B
zondag, de, jong
C
de, jong
D
jong
Slide 17 - Quizvraag
Tweehonderd zakken thee ... klaar om verstuurd te worden.
A
staat = enkelvoud
B
staan = meervoud
Slide 18 - Quizvraag
Een aantal leerlingen ... zich goed voorbereid.
A
heeft = enkelvoud
B
hebben = meervoud
Slide 19 - Quizvraag
10% van de Fransen ... ontevreden over de nieuwe president.
A
is = enkelvoud
B
zijn = meervoud
Slide 20 - Quizvraag
De dame en haar hond ... samen mee aan een hondenshow.
A
deed
B
deden
Slide 21 - Quizvraag