In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
X
Tekst
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat houdt een volumestroom ook al weer in?
A
De snelheid van de vloeistof
B
Een hoeveelheid vloeistof of gas in een bepaalde tijd
C
Het gewicht van een bepaalde hoeveelheid vloeistof of gas
D
De verplaatsing van een vloeistofdeeltje of gasdeeltje door een leiding
Slide 3 - Quizvraag
Wat was de standaardeenheid van een volumestroom ook al weer?
A
m3/s
B
m/s
C
kg/uur
D
l/s
Slide 4 - Quizvraag
Wat was het teken waarmee je een volumestroom aangaf?
A
∅m
B
M
C
∅v
D
ρ
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waarom is stroming belangrijk voor procestechniek?
In processen stroomt een vloeistof of gas vaak door een leiding
De vloeistof moet dan verplaatst worden van b.v. een reactor naar een voorraadtank.
In het dagelijks leven komt dit natuurlijk ook voor zonder dat je er echt bij stilstaat. Denk maar aan de CV-ketel van de vorige periode. Water stroomt door de radiatoren, gas stroomt via het net naar jouw CV-ketel.
De auto of scooter die je vult met benzine.
En dan hebben we nog de waterkraan of douche thuis.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Welke procesgrootheden zien we in de vorige video ook alweer terugkomen?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Invloeden van de verschillende procesgrootheden op stroming.
De druk zorgt er uiteindelijk voor dat een medium gaat stromen, dit kan door b.v. een pomp of met luchtdruk/N2 of vacuüm.
De snelheid is mede bepalend voor de uiteindelijke volumestroom. Let op! Snelheid en volumestroom zijn NIET hetzelfde!
De temperatuur is van invloed op het medium en daarom ook op de stroomsnelheid. Door de temperatuur verandert de viscositeit en de dichtheid van een stof.
De dichtheid is van invloed op de massastroom, denk aan ∅m =ρ.∅v
De viscositeit (η), ofwel de stroperigheid van een stof heeft ook invloed op de stroomsnelheid, hoe stroperiger, hoe lager de stroomsnelheid zal zijn. De temperatuur heeft hier ook invloed op. Bij vloeistoffen daalt de viscositeit als de temperatuur hoger wordt. Denk aan een frituurpan. De olie wordt bij verwarmen steeds vloeibaarder.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Opgave voor de volgende keer
Door leiding met een diameter van 8 cm stroomt melk met een snelheid van 1,5 m/s.
Bereken de volumestroom in m3/s en l/s
De dichtheid van melk is 1,03 kg/l, wat is de massastroom in kg/s?