Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 10-1 + 17 -1 2023

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Doe het tegenovergestelde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen lopen bij een tv programma

Slide 4 - Tekstslide

Oefening 2 - Binnenlopen bij televisieprogramma’s
Bij de drama oefening ‘Binnenlopen bij televisieprogramma’s’ bevinden de leerlingen zich in een lege ruimte zoals de gymzaal. De leerlingen lopen rustig rondjes door deze ruimte. Af en toe roep je ‘zap!’ gevolgd door een televisieprogramma. De leerlingen beginnen op dat moment het programma met beelden en geluid uit te beelden. Na ongeveer een minuut volgt er een ‘zap!’ waardoor de leerlingen weer rustig rondjes door de ruimte gaan lopen. Dit kun je een aantal keren herhalen. De televisieprogramma’s die je gebruikt kunnen variëren van nieuwsprogramma’s tot talentenjachten en van kinderprogramma’s tot sportprogramma’s. Na afloop kun je met de leerlingen bespreken welke programma’s zij moeilijk of makkelijk uit te beelden vonden.
Billy Billy Bob 

Slide 5 - Tekstslide

IMPROVISATIEOEFENING; BILLY, BILLY BOB
Doel van de oefening
Plezier vinden in het maken van fouten (faalplezier), waardoor het makkelijker wordt om risico's te nemen bij improviseren en leren.
Spelregels
Alle deelnemers staan in een kring. A staat in het midden. Hij kijkt een deelnemer (B) aan en roept 'Billybillybop'. B moet, voordat A is uitgesproken 'Bop' roepen. Is hij (B) te laat, dan is hij af en wisselt hij met A.
Het doel van A is dus om B een fout te laten maken. Na een aantal rondes waarbij dit gebeurt door het roepen van 'Billybillybop' door A, komen er nieuwe mogelijkheden bij. Het spel wordt daarbij steeds moeilijker en daarmee leuker: er worden namelijk steeds meer fouten gemaakt!
Coach de deelnemers op faalplezier en het nemen van risico's. Eventueel kun je de strategieën die genomen worden om het maken van fouten te vermijden met de groep bespreken.
Naast het roepen van 'Billybillybop' heeft A nog extra mogelijkheden. In plaats van 'Billybillybop kan hij ook:
'Bop' roepen. B moet nu niet reageren. Zegt B per ongeluk toch 'bop', dan is hij af.
'Olifant' roepen. B maakt met zijn twee buren een olifant. B maakt een 'slurf', door met zijn rechterarm zijn neus te pakken en zijn linkerarm erdoorheen te steken. De twee buren van B beelden met hun armen de oren van de olifant uit. Dit (en ook de volgende mogelijkheden) moet binnen drie seconden gelukt zijn, anders is B af. A telt na het roepen van 'olifant' hardop tot drie. B is altijd degene die af is, ook al maken zijn buren de fout.
'Broodrooster' roepen. B springt omhoog als een bijna verbrande boterham en roept 'ping!'. De buren van B strekken hun arm voor en achter de springende boterham, zij beelden de broodrooster uit.
'James Bond' roepen. B is James Bond (met zijn armen over elkaar heen en een 'pistool' langs zijn neus). De buren van B zijn de 'Bondgirls', ze buigen naar James en roepen met hoge stem: 'oooh James'.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De spiegel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

fantasieverhaal, elke persoon 2 zinnen en dan doorgeven aan de volgende. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen lopen bij een tv programma

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 2 - Binnenlopen bij televisieprogramma’s
Bij de drama oefening ‘Binnenlopen bij televisieprogramma’s’ bevinden de leerlingen zich in een lege ruimte zoals de gymzaal. De leerlingen lopen rustig rondjes door deze ruimte. Af en toe roep je ‘zap!’ gevolgd door een televisieprogramma. De leerlingen beginnen op dat moment het programma met beelden en geluid uit te beelden. Na ongeveer een minuut volgt er een ‘zap!’ waardoor de leerlingen weer rustig rondjes door de ruimte gaan lopen. Dit kun je een aantal keren herhalen. De televisieprogramma’s die je gebruikt kunnen variëren van nieuwsprogramma’s tot talentenjachten en van kinderprogramma’s tot sportprogramma’s. Na afloop kun je met de leerlingen bespreken welke programma’s zij moeilijk of makkelijk uit te beelden vonden.
Stiltespel

Slide 14 - Tekstslide

Stiltespel
De kinderen krijgen opdrachten die zij zo stil mogelijk uit moeten voeren. Kinderen die niet aan de beurt zijn, moeten ook heel stil zijn, zodat zij kunnen horen of de opdracht onhoorbaar uitgevoerd wordt.
- Ergens naartoe lopen
- Iets oppakken en weer neerzetten
- Gaan staan en weer gaan zitten
- Op de stoel gaan staan
- De deur open maken en weer dicht maken
- De kast openen en weer dicht maken etc.
Billy Billy Bob 

Slide 15 - Tekstslide

IMPROVISATIEOEFENING; BILLY, BILLY BOB
Doel van de oefening
Plezier vinden in het maken van fouten (faalplezier), waardoor het makkelijker wordt om risico's te nemen bij improviseren en leren.
Spelregels
Alle deelnemers staan in een kring. A staat in het midden. Hij kijkt een deelnemer (B) aan en roept 'Billybillybop'. B moet, voordat A is uitgesproken 'Bop' roepen. Is hij (B) te laat, dan is hij af en wisselt hij met A.
Het doel van A is dus om B een fout te laten maken. Na een aantal rondes waarbij dit gebeurt door het roepen van 'Billybillybop' door A, komen er nieuwe mogelijkheden bij. Het spel wordt daarbij steeds moeilijker en daarmee leuker: er worden namelijk steeds meer fouten gemaakt!
Coach de deelnemers op faalplezier en het nemen van risico's. Eventueel kun je de strategieën die genomen worden om het maken van fouten te vermijden met de groep bespreken.
Naast het roepen van 'Billybillybop' heeft A nog extra mogelijkheden. In plaats van 'Billybillybop kan hij ook:
'Bop' roepen. B moet nu niet reageren. Zegt B per ongeluk toch 'bop', dan is hij af.
'Olifant' roepen. B maakt met zijn twee buren een olifant. B maakt een 'slurf', door met zijn rechterarm zijn neus te pakken en zijn linkerarm erdoorheen te steken. De twee buren van B beelden met hun armen de oren van de olifant uit. Dit (en ook de volgende mogelijkheden) moet binnen drie seconden gelukt zijn, anders is B af. A telt na het roepen van 'olifant' hardop tot drie. B is altijd degene die af is, ook al maken zijn buren de fout.
'Broodrooster' roepen. B springt omhoog als een bijna verbrande boterham en roept 'ping!'. De buren van B strekken hun arm voor en achter de springende boterham, zij beelden de broodrooster uit.
'James Bond' roepen. B is James Bond (met zijn armen over elkaar heen en een 'pistool' langs zijn neus). De buren van B zijn de 'Bondgirls', ze buigen naar James en roepen met hoge stem: 'oooh James'.