In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Toets voorbereiding thema 5
Werken
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 1 t/m 4
Beantwoord de meerkeuzevragen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een vacature?
A
Een organisatie die opkomt voor de rechten van werknemers
B
Een advertentie voor een beschikbare baan
C
Een overzicht waarin staat wat voor werkervaring je hebt
D
Een document waarin afspraken staan tussen werknemer en werkgever
Slide 3 - Quizvraag
Wat doet een vakbond?
A
Opkomen voor de rechten van werknemers
B
Ervoor zorgen dat iedereen die wil werken, een baan heeft
C
Werknemers helpen met het zoeken naar vacatures
D
Stageplekken regelen voor leerlingen op het praktijkonderwijs
Slide 4 - Quizvraag
Sven zit nog op school, maar gaat twee dagen per week naar een bouwmarkt. Hij leert daar wat het werk inhoudt en hoe het is om bij een bouwmarkt te werken. Welk zin is waar?
A
Sven loopt stage
B
Sven is werkgever
C
Sven is lid van een vakbond
D
Sven is werknemer
Slide 5 - Quizvraag
Wat zet je niet in je cv?
A
De werkervaring die je hebt
B
De opleiding of opleidingen die je hebt gedaan
C
Hoeveel loon je wilt verdienen
D
Persoonlijke gegevens, zoals je naam en woonplaats
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht 5
Verbind elk voorbeeld met het juiste antwoord.
Uitleg: je kan het woord naar het voorbeeld slepen met je muis.
Slide 7 - Tekstslide
Melissa ontvangt elke maand geld voor haar werk bij bakkerij De Krakeling
Kees heeft zijn cv gestuurd naar een taxicentrale. Hij mag op gesprek komen.
Het kantoor waar Florentien werkt, zoekt een nieuwe receptionist.
Lieke heeft een kinderdagverblijf. Ze heeft zeven mensen in dienst.
Guus leert bij een dierenwinkel wat het werk als verkoper inhoudt.
Werkgever
Sollicitatiegesprek
Loon
Vacature
Stage lopen
Slide 8 - Sleepvraag
Opdracht 6
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Slide 9 - Tekstslide
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Slide 10 - Tekstslide
Vakbonden komen op voor de rechten van werknemers. Hoe blijkt dit uit de tekst?
Slide 11 - Open vraag
De hoogte van je loon staat meestal in je contract. Schrijf nog twee afspraken op die vaak in een contract staan.
Slide 12 - Open vraag
Opdracht 7
Sleep het juiste woord naar de zin.
Let op: er zijn meer woorden dan zinnen!
Slide 13 - Tekstslide
Een document waarin afspraken staan tussen een werknemer en werkgever.
Het loon dat jouw werkgever jou ten minste moet betalen.
Proberen om een bepaalde baan te krijgen.
Iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt.
Contract
Werknemer
cv
Loon
Werkgever
Vakbond
Minimumloon
Vacature
Sollicitatiegesprek
Stage lopen
Solliciteren
Slide 14 - Sleepvraag
Opdracht 8
Lees de stelling en geef je mening:
Als je geen werk hebt, moet je ook een baan aannemen die je niet leuk lijkt.
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit of je het eens of oneens bent met de stelling:
Slide 16 - Open vraag
Dit is het einde van de toets
Controleer of je alle vragen hebt beantwoord.
Je krijgt een bericht in teams als je cijfer bekend is.