Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
TaalCompleet A2 herhaling thema 2
TaalCompleet A2 - thema 2
herhaling
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
TaalCompleet A2 - thema 2
herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Luisteren naar het journaal
Vragen: wie, wat, waar, wanneer, hoe?
Voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden
Advertentie zoeken.
Schrijven advertentie
Online oefeningen taalcompleet
Slide 2 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Slide 3 - Tekstslide
Je kunt de letters
s, f, t, k, ch
en
p
onthouden door het woord
softketchup
te leren!
Slide 4 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden:
Werken:
ik-vorm: werk
Staat de k in SoFTKeTCHuP?
Wonen
ik-vorm: woon
Staat de n in SoFTKeTCHuP?
Slide 5 - Tekstslide
We hebben vandaag hard.....
A
gewerkt
B
gewerkd
C
gewerken
D
werken
Slide 6 - Quizvraag
Het heeft deze week veel ..........
A
regent
B
geregend
C
geregent
D
geregenen
Slide 7 - Quizvraag
Hij heeft zijn hele leven in Rotterdam...........
A
wonen
B
woont
C
gewoond
D
gewoont
Slide 8 - Quizvraag
Ik ben dit weekend naar het strand ...............
A
fietsen
B
gefietsen
C
gefietst
D
gefietsd
Slide 9 - Quizvraag
bekijk de zinnen
Wij
hebben
in de bergen gewandeld.
Wij
hebben
100 km gefietst.
We
zijn
naar Domburg gewandeld.
We
zijn
naar Middelburg gefietst.
Wat is het verschil tussen hebben en zijn?
Slide 10 - Tekstslide
ZIJN
Staat er een richting in de zin?
Dan gebruik je ZIJN in de VVT.
Ik
ben
naar
Frankrijk geweest.
NAAR geeft een richting aan
Slide 11 - Tekstslide
Ik ...... gisteren aan je gedacht
A
heb
B
ben
C
hebben
D
zijn
Slide 12 - Quizvraag
Jij ........ veel gegeten
A
hebt
B
bent
C
hebben
D
zijn
Slide 13 - Quizvraag
...... jij naar school geweest?
A
heb
B
ben
C
hebben
D
zijn
Slide 14 - Quizvraag
.......jullie naar de film gegaan?
A
hebben
B
zijn
C
heb
D
ben
Slide 15 - Quizvraag
Sommige onregelmatige werkwoorden krijgen altijd
zijn
. Bijvoorbeeld:
zijn Ik
ben
naar Frankrijk
geweest
.
komen Jullie
zijn
naar Nederland
gekomen
.
beginnen De les
is begonnen
.
worden Wij
zijn
ziek
geworden
.
gaan
Zijn
jullie met het vliegtuig
gegaan
?
blijven Zij
zijn
in Nederland
gebleven
.
Slide 16 - Tekstslide
Wat schrijf je op een kaart?
Slide 17 - Tekstslide
Iemand is jarig. Wat schrijf je op de kaart?
Slide 18 - Open vraag
Iemand gaat trouwen. Wat schrijf je op de kaart?
Slide 19 - Open vraag
Iemand is ziek. Wat schrijf je op de kaart?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het meervoud?
Slide 21 - Tekstslide
een dag - twee ..............
Slide 22 - Open vraag
een kind - twee ..................
Slide 23 - Open vraag
een glas - twee ...............
Slide 24 - Open vraag
een kleed - twee ..........
Slide 25 - Open vraag
een winkel - twee ................
Slide 26 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 27 - Tekstslide
We hebben gisteren in de stad koffie.... (drinken)
Slide 28 - Open vraag
We zijn in de vakantie naar Frankrijk ....... (zijn)
Slide 29 - Open vraag
Ga snel zitten, de les is al .......... (beginnen).
Slide 30 - Open vraag
Ik heb een nieuwe jurk ......... (kopen) in de stad.
Slide 31 - Open vraag
Ik heb een mooi boek ..... (lezen).
Slide 32 - Open vraag