Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

De uitgaven van de cliënt

Inkomsten & uitgaven
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMaatschappijleer+2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Deze basisles gaat over hoeveel geld leerlingen te besteden hebben en waar zij dat aan uitgeven. Hoofddoel van de les is dat leerlingen een overzicht van inkomsten en uitgaven maken. Het hebben van overzicht over de eigen financiële situatie is één van de belangrijkste financiële competenties en een basisvoorwaarde voor verantwoord financieel gedrag.

Onderdelen in deze les

Inkomsten & uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

Inkomsten
De manier waarop je aan je geld komt.
Dit kan zijn:
  • inkomen uit werken
  • inkomen van een uitkering

Voor jullie zijn de inkomsten:
  • Zakgeld
  • Kleedgeld
  • bijbaantje
  • studiefinanciering
  • zorgtoeslag

Slide 2 - Tekstslide

Uitgaven
Al het geld dat je uit geeft.

2 soorten uitgaven:
  • Vaste lasten. Uitgaven die steeds terug keren. Dit kan maandelijks zijn, maar ook 1 keer per jaar.
Voorbeelden: hypotheek of huur, gemeentelijke belasting, zorgverzekering, telefoon en internet.
  • Variabele lasten, alle overige uitgaven die steeds veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video


Hoeveel geld heb jij per maand
te besteden?
anoniem antwoord

Slide 7 - Open vraag


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 8 - Open vraag


Geef jij weleens teveel geld uit?
A
nee, nooit
B
heel soms
C
best wel vaak

Slide 9 - Quizvraag



Alles wat ik koop 
heb ik echt nodig!
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag


Spaar je ook?
A
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
B
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit.
C
Ik spaar bijna alles. Ik koop eigenlijk heel weinig.

Slide 11 - Quizvraag


Wat geldt voor jou?
A
Ik koop alles zo goedkoop mogelijk.
B
Ik betaal liever iets meer voor betere kwaliteit of een bekend merk.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Ik zou 
minder geld kunnen uitgeven aan...

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video


Overzicht inkomsten en uitgaven
OPDRACHT
Maak een overzicht van al je inkomsten 
per maand (bijbaante, studiefinanciering etc.)
Hoeveel geef je iedere maand uit per categorie (eten/drinken, sport, telefoon, andere abonnementen, kleding, uitgaan).
Hoeveel houd je over of kom je tekort per maand?

Slide 16 - Tekstslide

Maken opdrachten 

18 Mijn eigen vaste lasten
20 Mijn eigen variabele lasten
21 De uitgaven van een cliënt

vervolg na opdracht 18/20 zie hierna

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Maak nu jouw eigen begroting

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

een reisje plannen




verdiepingsopdracht

Slide 22 - Tekstslide

Om een reisje te kunnen plannen moet je geld hebben

  • Voordat jullie op zoek gaan naar b.v. een leuk reisje, moet je eerst weten hoeveel geld er binnenkomt (inkomsten) en hoeveel geld eruit gaat (uitgaven).

  • Van mij krijgen jullie alvast wat gegevens waar jullie mee gaan rekenen.


Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak een begroting!
  • Je zet de inkomsten en uitgaven op een rij.
  • Maak een foto van de volgende dia met gegevens.
  • De overige uitgaven, zoeken jullie zelf op. Je maakt hierbij zelf de keuze hoe duur alles is!
  • Je kan bijvoorbeeld voor je mobiele telefoon €20,-- betalen maar ook €50,--
  • Extra: Je geeft aan waarom je voor het bedrag gekozen hebt. Dit komt uiteindelijk in je verslag onder een kopje dat heet: Verantwoording.



Slide 24 - Tekstslide

Inkomsten en uitgaven
Per maand komt er € 1700,-- aan salaris binnen.

Elke maand geef je geld uit aan:
  • je woning
  • zorgverzekering
  • overige verzekeringen ( €100,--)
  •  mobiele telefoon
  • internet
  • gas/water/licht (€ 200,--)
  • sparen voor overige vaste lasten (100,--)
  • eten en drinken
  • kleding
  • cadeautjes
  • persoonlijke verzorging

Slide 25 - Tekstslide

Verantwoording
Waarom kies je voor een bepaald bedrag:
Woning: kijk eens op https://www.woningnetgroningen.nl/ je kan hier vinden wat een huurwoning kost.  Hoe groter je huis, hoe meer je daarvoor betaald.

Mobiele telefoon: Betaal je €50,-- per maand en heb je hierbij de nieuwste telefoon, of betaal je minder voor een sim-only en houd je je oude telefoon nog even.

Zorgverzekering: Heb je alleen een basisverzekering of neem je een aanvullende verzekering? Waarom kies je hiervoor.

Voor alles keuzes die jullie maken, ga je aangeven waarom!

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak tweetallen.
  • Ga op internet op onderzoek uit.
  • Vergeet de verantwoording niet! 


Slide 27 - Tekstslide


Wat ging goed / niet goed 
bij het maken van het overzicht 
van inkomsten en uitgaven?

Slide 28 - Open vraag


Wat heb je van 
deze les geleerd?
LAATSTE VRAAG

Slide 29 - Open vraag