Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

extra onderdelen verwerkt voor de lessonupserie



Deugd
ethiek
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Deugd
ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma 
  • Aristoteles
  • De deugden van Aristoteles
  • Kenmerken van Deugden
  • Eudaimonia
  • Poiesis en Praxis
  • Relatie deugdethiek met beroepsethiek


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aristoteles 
(384 – 322 v. Chr.)


Filosoof en homo universalis.
Leerling van Plato.
Leermeester van Alexander de Grote.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.
  • Deze ethiek vertelt je hoe je als mens moet zijn.
  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) en een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de deugdenethiek? 
  • Aristoteles
  • Hoe leef je goed? 
  • Ultiem geluk
  • Moreel handelen
  • Keuzes die passen bij je rol


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn deugden? 
Deugd = Goede, fundamentele eigenschap
Moed - Maat - Verstandigheid - Rechtvaardigheid

De morele deugd = een gewogen gemiddelde
Hoogmoed --> Moed <-- Lafheid

Eigen deugd en de 2 uitersten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deugden van Aristoteles

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CASUS:
  •  Dhr. Ossenkamp is 61 jaar, gehuwd en heeft 3 uitwonende kinderen,  Ze zijn 40 jaar getrouwd
  • Het is een warm gezin en  hun opvoeding en omgangsvormen zijn open, streng, vanuit de normen van de PKN-kerk.
  • Ze waren vroeger veel actief in dorpsverenigingen en de kerk.
  • Normen en waarden: Je belooft trouw aan elkaar, ook op het gebied van intimiteit. Ze genoten van elkaar en van de intimiteit en de seks.
  • Dhr. Ossenkamp heeft een progressieve vorm van preseniele dementie, dit is ontstaan rond zijn 55e. Hij kreeg last van geheugenstoornissen en reageerde vreemd en vertoonde onverwacht geïrriteerd gedrag te vertonen.
  • Levensverwachting: 3 jaar
  • Dhr. Is opgenomen in een verpleeghuis, hij herkent zijn vrouw en kinderen nog wel, maar is angstig door de onzekerheden om hem heen.
• Hij mag af en toe naar huis, maar dit levert meer stress op dan dat het plezier geeft.
• Ze hebben al 5 jaar geen huwelijkse relatie meer, het is een zorgrelatie geworden.
• Doordat dhr. agressieve buien had, heeft mevrouw een dysthyme stoornis ontwikkeld.
• Mevrouw is een sombere passieve vrouw geworden.
• Mevrouw zit in een gespreksgroep voor jong dementerenden en heeft een man ontmoet die sinds kort weduwnaar is geworden.
• Ze heeft gevoelens gekregen voor deze man en dit is wederzijds. Ze zou wel bij hem willen slapen, niet om seks te hebben maar voor de genegenheid.
• 2 kinderen vinden dat hun moeder hun vader verraadt en vinden niet  de normen en waarden uitdraagt welke ze vroeger aan de kinderen heeft meegegeven.
• Vriendschap mag, maar geen huisbezoekjes
• 1 kind ziet haar moeder opknappen, weer lagen en spelen met de kleinkinderen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij bent de ethisch expert
  • Mevrouw voelt zich schuldig en vraagt hulp aan jou om een goede keuze te maken
  • Ze hield van haar man zoals hij vroeger was, maar de man die je nu bezoekt is niet meer de man hoe hij was.
  • Ze blijft hem bezoeken, maar wil ook de extra steun van haar vriend die meer is dan alleen een kennis.

WAT ZOU JIJ  ALS EXPERT HAAR VOOR ADVIES GEVEN?
WELKE DEUGDEN HOREN BIJ DEZE CASUS?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de deugden
Zij zorgen ervoor dat je altijd het midden houdt tussen twee excessen. 

Bijv. moed is het midden tussen lafheid en onbezonnenheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel: 
gelukkig worden.

Belangrijkste vraag: 
Wat voor mens wil ik zijn?

Zelfontplooiing.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poiesis en Praxis
  • Poiesis - Het resultaat is het doel
  • Praxis - De weg erheen is ook een doel

  • Deugdenethiek - Praxis

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken leerdoelen
Aan het einde van de les...
... Weet ik wat de deugdethiek inhoudt
... Ken ik de begrippen deugden, eudomenia, poiesis en praxis
... Ken ik de kenmerken van een dilemma
... Ken het belang van een Socratisch gesprek
... Kan ik deugdethiek toepassen in de beroepsethiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden
Een waarde is iets dat belangrijk is, iets van ‘waarde’. Iets dat je wenselijk vindt, iets wat je na wilt streven. Een waarde is meestal één enkel woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, hulpvaardigheid, vriendelijkheid enz.


Slide 15 - Tekstslide

Waarden kun je omschrijven als de idealen of overtuigingen van een groep mensen. Zaken die belangrijk worden gevonden en het nastreven waardig zijn. Vanuit waarden ontstaan gedragsregels (normen). Vandaar dat deze twee woorden zo vaak samen worden gebruikt.
Normen
Als je de waarde nastreeft dan gedraag je je op een bepaalde manier. Dat noemen we dan de norm, bijvoorbeeld: 
Waarde = eerlijkheid -> Norm = niet liegen
Waarde = hulpvaardigheid -> Norm = anderen helpen
Waarde = vriendelijkheid -> Norm = aardig zijn


Slide 16 - Tekstslide

Er kunnen meerdere normen (gedragsregels) worden toegeschreven aan een bepaalde waarde.  
Voorbeeld beleefdheid -> 
1 . Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 
2. Als er oudere mensen in de trein instappen sta je voor diegene op. Enzovoort
Vraag
Welke deugd vind jij belangrijk?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lotte baalt want zij heeft haar tentamen niet gehaald. Rudi probeert haar op te vrolijken met grapjes. Is humor een deugd?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koen kan in zijn vakantie geduld opbrengen om zijn kinderen iets te leren, maar kan geen geduld opbrengen voor zijn kinderen als hij werkt. Bezit hij de deugd 'geduld'?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?
A
Gierigheid/gulheid
B
over de balk smijten/ gierigheid
C
Rechtvaardigheid/ gulheid
D
Noodzaak/ over de balk smijten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moed is een deugd tussen twee extremen. Welke twee extremen zijn dat'?
A
verlegenheid/ bluf
B
Roekeloosheid/ verlegenheid
C
Lafheid/roekeloosheid
D
Bluf/ lafheid

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek

Slide 24 - Woordweb

De studenten gebruiken hun telefoon om woorden te versturen. Waar denken ze aan als ze het woord ethiek horen? Zijn ze op stage al ethische vragen tegengekomen? (5 minuten)
Waarom is moed een deugd?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de bedenker van Deugdethiek?
A
Charles Darwin
B
Aristoteles
C
Plato
D
Alexander de Grote

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf 2 ondeugden en daarbij het midden (de deugd)

Slide 27 - Open vraag

In het laatste deel van het filmpje hebben ze het over het juiste midden: een deugd is het midden tussen twee ondeugden. Laat de studenten twee ondeugden omschrijven met daarbij de deugd. Bijvoorbeeld: een cliënt niet helpen, een cliënt altijd helpen waardoor hij/zij niets zelf meer doet. Deugd: de cliënt ondersteunen waar nodig. (15 minuten, 5 minuten om iets te bedenken, 10 minuten om te bespreken).
Wat zijn de kenmerken van een ethisch dilemma
Kenmerken van een ethisch dilemma zijn: Je moet kiezen uit twee of meer keuzes. Het onderwerp gaat over waarden en normen. Je hebt de keus uit oplossingen die ongewenst zijn (voor cliënt, medewerker, organisatie) of niet ideaal zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch dilemma?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent op weg naar school. Er valt een man van zijn fiets.​

Snel je toe om hem te helpen?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dagelijke ethische dilemma´s

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet je demente buurvrouw 's avonds laat op straat lopen.
A
Je denkt, dat is niet mijn probleem.
B
Je belt haar dochter om er iets aan te doen.
C
Je kijkt of ze weer naar huis gaat.
D
Je gaat naar haar toe om haar te helpen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt een beroep op je gedaan voor vrijwilligerswerk. Je hebt er in principe wel tijd voor. Ga je daar op in?
A
Je wilt graag wat voor anderen betekenen. Je gaat overleggen.
B
Ja, je vindt dat iedereen iets moet doen om de wereld een beter te maken.
C
Nee, voor je het weet neem je weer te veel hooi op je vork.
D
Je gaat in zee omdat sociaal enig aanzien geniet.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je voelt je niet lekker, maar eigenlijk ben je ook niet ziek. Je bent niet gemotiveerd om naar school te gaan. Wat doe je?
A
Je gaat naar school en meld je daar na een half uur ziek.
B
Je blijft thuis omdat je klasgenoten ook zo maar ziek melden.
C
Je blijft thuis. Je moet luisteren naar je lichaam en geest.
D
Je gaat naar school. Onzin om bij een klein dipje verstek te laten gaan.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al van Aristoteles?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens Aristoteles het doel in het leven?
A
Sex, drugs en Rock and Roll
B
Gelukkig worden
C
Rijk worden
D
Gezond zijn

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geluk volgens aristotels
A
Goed handelen
B
deugdelijk handelen
C
Handelen voor rijkdom
D
handelen voor geld

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een deugd?
A
Het midden tussen twee extremen
B
Het extreme
C
Wat jij goed vindt
D
Het slechte

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deugd past bij jou?
Noem ook de 2 uitersten

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij
deugdenethiek

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent eudaimonia?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Poiesis
Praxis
Het resultaat is het doel
De weg ernaar toe is onderdeel van het doel 

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je gaat na wat de juiste waarden en normen zijn in je werk.

Je denkt na over de normen en waarden in het beroep.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde
Waarden: zaken die we belangrijk vinden om na te streven
Voorbeelden: gezondheid, liefde, gelijkheid

Kenmerken:
  1. beginselen die centraal staan in het leven van de mens
  2. aangehangen door een groep mensen
  3. je drukt het uit in één woord

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

respect
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

naastenliefde
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

eerlijkheid
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

naar muziek luisteren
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aan een auto sleutelen
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rechtvaardigheid
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een verband omdoen
A
wel een waarde
B
geen waarde

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een waarde bij de onderstaande normen:
  1. geld verdienen
  2. een e-mail versturen
  3. naar muziek luisteren
  4. op het land werken
  5. een verband om doen
  6. niet roken
  7. op staan voor een oudere in de tram

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een norm op bij de onderstaande waarden:
  1. naastenliefde
  2. betrouwbaar
  3. trouw
  4. collegialiteit
  5. eerlijkheid
  6. welvaart
  7. rechtvaardigheid

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal
  • Geheel van normen en waarden
  • Handelingen die binnen een maatschappelijke context als correct en wenselijk worden gezien 
  • De heersende opvattingen, gewoonten en gebruiken 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Altijd klaar staan voor de patiënten
a. Welke waarden horen volgens Maria bij het beroep van verpleegster?
b. Welke normen gelden volgens Maria bij het beroep van verpleegster?
c. Waarom zijn Florence Nightingale en Jezus van Nazareth de grote voorbeelden voor Maria als verpleegster?

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moreel dilemma
Wat is een dilemma?
Wat is een moreel dilemma?
Wat is het morele dilemma in het filmpje?
Welke waarden botsen met elkaar? Wat is het waardenconflict?
Vanuit welk soort ethiek handelt de dokter?
Wat bedoelt Jodi met: ' Je maakte een morele keus, geen medische'?
Waarom verbaast haar dat? 
Vind je dat de dokter goed heeft gehandeld? Waarom wel/ niet?

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Moraal:
Geheel van normen en waarden dat het handelen richting geeft 
Waarden:
wat we belangrijk vinden en nastreven. Voorbeeld? 
eerlijkheid, gelijkheid, betrouwbaarheid
Normen:  Gedragsregels die voorschrijven welk gedrag wenselijk is en welk gedrag niet. Een norm wordt afgeleid uit een waarde. Voorbeeld?  
Je mag niet liegen, je mag geen onderscheid maken tussen mensen op basis van kleur, als je iets belooft moet je dat nakomen
Deugd:
Eigenschappen die we waarderen


Moraal:  Geheel van normen en waarden dat het handelen richting geeft 
Waardenwat we belangrijk vinden en nastreven. Voorbeeld? 
eerlijkheid, gelijkheid, betrouwbaarheid
Normen: Gedragsregels die voorschrijven welk gedrag wenselijk is en welk gedrag niet. Een norm wordt afgeleid uit een waarde. Voorbeeld?  Je mag niet liegen, je mag geen onderscheid maken tussen mensen op basis van kleur, als je iets belooft moet je dat nakomen 
Deugd: Eigenschappen die we waarderen 

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies