Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Omtrek, oppervlakte, inhoud, tijd en snelheid

Planning
Instructie over:
Omtrek
Oppervlakte
Inhoud
Tijd en snelheid

zelfstandig werken
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Planning
Instructie over:
Omtrek
Oppervlakte
Inhoud
Tijd en snelheid

zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lengte
omtrek= alle zijdes

oppervlakte = 
lengte x breedte

inhoud=
lengte x breedte  x hoogte

x 10
: 10

x 100
: 100

x 1 000
: 1 000

x 10
: 10


x 10
: 10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lengte 

Kan het dametje met de centimeter meten...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek en oppervlakte
Omtrek
  • als je ergens omheen gaat.

Oppervlakte
  • als je ergens op gaat.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OMTREK gevraagd?    Tel alle lengtes bij elkaar 
  1. Bij omtrek gaat het om de buitenrand van een figuur.
  2. Bij omtrek gebruik je de eenheden van lengte (cm, dm, m, ...).​
  3. ​​Voor alle lengtes gebruik je dezelfde eenheid voordat je totaliseert.









Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek
lengte + lengte + breedte + breedte

Formule:
l + l + b + b = omtrek
2 x l + 2 x b = omtrek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de omtrek?

A
9 x 20 + 1 x 8 = 188
B
20 + 9 + 12 + 1 + 8 + 10 = 60

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
Lengte x Breedte
B
Lengte x breedte x hoogte
C
Breedte x Lengte
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OPPERVLAKTE gevraagd?    L X B = antwoord2
  • Voor Lengte en Breedte gebruik je​ eenheden van lengte (cm, dm, m, ...).​
  • In de formule gebruik je voor Lengte en Breedte dezelfde eenheden.

  • Pas ná vermenigvuldigen gebruik je eenheid van oppervlakte (cm2, dm2, m2, …).​
  • Omrekenen van de uitkomst naar een andere eenheid van oppervlakte gaat in 2 stappen





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte?
A
30
B
24
C
36
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?
A
2 m²
B
8 m²
C
40 m²
D
42 m²

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzicht in inhoudsmaten

Voorbeelden
  • Een fles water van 1 liter.
  • Een glas sinaasappelsap van 1 dl.
  • Een scheutje stroop van 1 cl.
  • Een beetje tandpasta van 1 ml.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoudsmaten omrekenen
De standaard gewichtsmaat is de liter. De andere eenheden zijn daarvan afgeleid met de voorvoegsels die je al leerde in de les over lengtematen:

kiloliter - hectoliter - decaliter - liter - deciliter - centiliter - milliliter

Tussen elke eenheid maak je een stapje van factor 10.
We gebruiken alleen de gekleurde eenheden.

Slide 22 - Tekstslide

Als de voorvoegsels nog helemaal niet bekend zijn, bekijk dan de les over lengtematen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
1 dm3 is hetzelfde als 1 liter

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2,5 m3 = .....cm3
A
2 500 000
B
2 500
C
250 000
D
0,0025

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de inhoud van het zwembad in Liters
Lengte = 60 dm
Breedte = 4 m
Hoogte = 150 cm



  

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd en snelheid

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tijd omrekenen 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je rijdt met de auto naar huis met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur. Je bent 35 minuten onderweg. Hoeveel km heb je afgelegd?
A
35 km
B
30 km
C
17,5 km
D
12,5 km

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je bij het antwoord?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
53,7 km/u
B
50,2 km/u
C
503,0 km/u
D
52,8 km/u

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slim snelheid omrekenen 

Twee belangrijke 
eenheden van snelheid zijn:

- kilometer per uur --> km/uur
- meter per seconde --> m/s

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14 m/s=
A
3,9 km/u
B
50,4 km/u
C
0,3 km/h

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
21600
B
26,666
C
7,407
D
0,135

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
26,6
B
26,7
C
7,4
D
7,5

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op, 1 uur is 60 minuten, dus:
0,1 uur = 6 minuten          0,6 uur = 36 minuten
 0,2 uur= 12 minuten         0,7 uur = 42 minuten  
0,3 uur = 18 minuten       0,8 uur = 48 minuten
0,4 uur = 24 minuten       0,9 uur = 54 minuten
0,5 uur = 30 minuten


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1,25 uur hoeveel uur en minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Formule om de gemiddelde snelheid te berekenen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid
Snelheid = afstand : tijd
m/s  of    km/h

Stel een lift gaat 45 meter omhoog en doet hier 15 seconden over. Wat is de snelheid?
Snelheid = afstand : tijd = 45 : 15 = 3 m/s

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een scooter rijdt 3 uur lang met een gemiddelde snelheid van 35 km/h. Hoeveel km heeft de scooter afgelegd?
A
100
B
11,7
C
105
D
95

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kaan heeft een motor deze rijdt gemiddeld 120 km/uur. Hoeveel km legt hij af in 75 minuten?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

uitleg
120 km legt hij af in 1 uur (=60 minuten)
120 km : 60= 2 km per minuut
in 75 minuten 75 x 2 km= 150 km

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aisha fiets 21 km/u
hoeveel meter fiets zij per seconde? rond af op 2 decimalen

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

uitleg
21 km/u :3,6 = 5,83 m/s

óf 21 : 60= 0,35 km/minuut
0,35: 60 = 0,0058333 km/seconde
we willen m/s hebben ipv km dus x 1000
0,00583333x1000= 5,83m/s

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is sneller?
60 km/u of 15 m/s?
A
60 km/u
B
15 m/s

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies