Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

DiepBegripKlas01Def

Diep leren lezen - les 1
Observeren wat diep begrip inhoudt
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Diep leren lezen - les 1
Observeren wat diep begrip inhoudt

Slide 1 - Tekstslide

Intro op de lessenserie
'Diep leren lezen'

Slide 2 - Tekstslide

1. Ontlezing?
Nee!

* onderzoek: jongeren lezen meer tekst op een dag dan dertig jaar geleden (2,5 uur per dag!)

Maar:

* veranderde manier van lezen, lijkt het: scannend lezen

Slide 3 - Tekstslide

Probleem?

* Ned. leerling: goed in informatie zoeken!

* diep begrip lijkt in gedrang te komen (Ned. leerling --> moeite met evalueren)
   --> belangrijk voor school: CSE Nederlands;  
      voor studie, werk, etc.
   --> teksten van experts: goed en precies
       begrip nodig voordat je ervan kunt leren


Slide 4 - Tekstslide

Diep begrip!
Daarover gaat deze lessenserie:

Wat is diep begrip?
En hoe en wanneer bouw je het op?

Opbouw van de lessenserie:
1. Wat is diep begrip? (in les 1 en 2)
2. Hoe bouw je het op? (in les 3 en 4)
3. Wanneer (en waarom) pas je diep begrip toe? (in les 5 en 6)


Slide 5 - Tekstslide

Klassengesprek!
Drie vragen:
1) Herken je het verschijnsel dat jongeren vooral scannend lezen?
2) Wanneer gebruik jij diep begrip?
3) Moeten teksten moeilijk zijn, wil je erbij diep begrip kunnen opbouwen?


Slide 6 - Tekstslide

Inhoud les 1
1.  Lesdoel: je weet wat diep begrip inhoudt
2. Uitleg over eye-tracking
3. Voorbereidende opdracht
4. Filmpjes van twee lezende leerlingen met opdrachten
5. Conclusie: Wat heb je geleerd?


Slide 7 - Tekstslide

Les 1
In deze eerste les zetten we stap 1: wat is diep begrip?

Na deze les weet je wat het betekent om een tekst diep te begrijpen, en kun je voor jezelf beter controleren of je een tekst diep begrijpt.

Slide 8 - Tekstslide

2. Eye-tracking (1)
Wat betekent het als je een tekst diep begrijpt? Daarover gaan we nadenken aan de hand van enkele oogbewegingsfilmpjes.
In deze les ga je de oogbewegingen zien van vwo 4-leerlingen die tijdens lezen zijn gevolgd met een eye-tracker. Deze apparatuur wordt in allerlei onderzoek gebruikt over de hele wereld. Waar kijken internetgebruikers naar op een internetpagina? Bekijken mensen een donkere man anders dan een witte man in een verdachte situatie?

Slide 9 - Tekstslide

Eye-tracking in leesonderzoek
* Ook veel ingezet bij onderzoek naar leesgedrag

* Op de volgende slide leest een Zweeds meisje hardop enkele Engelse zinnen.

* Daarbij hapert ze nogal eens. Let erop hoe je dat haperen terug kunt zien in haar oogbewegingen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Gaze-replays
* In deze les zie je twee filmpjes (gaze-replays) van lezende leerlingen
* Je kunt volgen waarop leerlingen in een tekst fixeerden (hun ogen richtten)


Plaatje hiernaast:
* Waarin verschilt de linkerleerling van de rechter?

Slide 12 - Tekstslide

O ja... goed om te melden:
 alle antwoorden die je geeft in deze lessenserie, worden digitaal opgeslagen en zijn voor je docent zichtbaar, want we zijn natuurlijk erg nieuwsgierig naar wat je antwoordt!

Slide 13 - Tekstslide

3. Opdracht
Je hoort en ziet straks hoe twee leerlingen een korte tekst proberen te begrijpen. Ze moesten een presentatie geven voor het schoolvak Nederlands over complotdenkers: waardoor zijn complotdenkers geneigd om in complotten te denken?

 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbereiding
Zodat je straks het leesgedrag van de twee leerlingen beter kunt volgen, ga je nu eerst zelf deze tekst bestuderen.

Lees de tekst 'Complotdenkers' goed, op zo'n manier dat je een duidelijk beeld van de inhoud hebt en de hoofdlijnen goed begrijpt. Je moet straks een korte samenvatting van deze tekst kunnen maken, zonder dat je de tekst nog erbij hebt!

Slide 15 - Tekstslide

Complotdenkers

[1] Op onze aardbol lopen een hoop complotdenkers rond die de meest bizarre dingen beweren. Zo was de maanlanding in 1969 in scène gezet en zijn er plannen om Europa de komende decennia helemaal Duits te maken. Die theorieën zijn natuurlijk best leuk maar sommige gaan wel erg ver. Onderzoekers braken zich lange tijd het hoofd over wat sommige mensen wel complotdenkers maakt en anderen niet. Nu denkt een team psychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam het antwoord te weten: complotdenkers gebruiken een bepaald denkpatroon – ‘illusoire patroonherkenning’ – overdreven veel.
     [2] Het team kwam tot deze conclusie na het uitvoeren van verschillende experimenten op 264 volwassenen. Zo testten de psychologen of de deelnemers verzonnen complottheorieën geloofden op een schaal van 1 tot 9. Vervolgens onderzochten de wetenschappers of deelnemers sneller patronen zagen in willekeurige dingen, zoals een
muntje opgooien. Mensen die bij het eerste onderzoek hoog scoorden, waren ook geneigd hierin patronen te zien. Deze bevindingen werden bevestigd in nog drie experimenten.
     [3] De conclusie die het team uit deze experimenten trok, is dat complotdenkers te veel en te vaak verbanden zien tussen gebeurtenissen die er eigenlijk niet zijn: ‘illusoire patroonherkenning’. Iedereen heeft dat weleens. Je droomt bijvoorbeeld over je opa en de dag erna hoor je dat hij is overleden. Dit kan haast geen toeval zijn, denk je dan. Maar complotdenkers gaan in dit ontdekken van patronen te ver.
     [4] Sociaal psycholoog Michiel van Elk merkt naar aanleiding van dit onderzoek op: ‘Psychologen onderzoeken al langer de denkwijze van complotdenkers. Veel wetenschappers hebben geen verband gevonden, in dit onderzoek hebben ze dat wel. De vraag is hoe sterk de aangetoonde relatie is. Toevalstreffers kun je immers niet uitsluiten. En andere verklarende factoren blijven volledig buiten beschouwing.’

[Einde]

Slide 16 - Tekstslide

Ik las een moeilijk woord opnieuw.
Ik las lastige zinnen terug.
Ik las een of meerdere lastige alinea’s terug.
Ik scande de tekst voor het lezen even.
Ik scande de tekst na het lezen even.
Ik lette op de belangrijkste zaken in de tekst.
Ik maakte in mijn hoofd een kleine samenvatting.
Wat heb je gedaan om deze tekst goed, diep te lezen? Plaats een ster achter de zin als je dit tijdens het lezen hebt gedaan. 

Slide 17 - Sleepvraag

Klassengesprek
Hoe las jij deze tekst?

Slide 18 - Tekstslide

4. Twee lezende leerlingen
*Je ziet nu het leesgedrag van twee vwo 4-leerlingen en hoort hun eigen commentaar erbij.

We vragen je bij beide leerlingen eerst afzonderlijk te beschrijven wat ze precies doen om de tekst goed te begrijpen. Uiteindelijk willen we van je weten wie volgens jou er het best in slaagde de tekst diep te begrijpen.

Slide 19 - Tekstslide

Leerling 1: Arne
Je gaat nu het leesgedrag van Arne bij twee alinea's zien. Arne leest allereerst alinea 1 van de tekst 'Complotdenkers'. Begrijpt hij deze alinea diep, na lezen, denk je? 

Volg zijn kijkpatroon en vraag je af waarom hij welke stappen zet: scant hij bijvoorbeeld de tekst? Of kijkt hij naar tekstdelen terug? Doet hij dat vanwege een moeilijk woord of vindt hij een zin belangrijk? Enz. Het is aan te raden het filmpje twee keer te bekijken: het gaat nogal snel ...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Welke stappen zet Arne tijdens het lezen van alinea 1? En waarom zet hij deze stappen, denk je?

Slide 22 - Open vraag

Leerling 1: Arne
Arne probeert nu alinea 2 van de tekst 'Complotdenkers' te begrijpen. Volg weer zijn kijkpatroon en vraag je af of en waarom hij extra stappen in de tekst zet. Begrijpt hij de tekst goed, denk je?

En bekijk het filmpje dus vooral twee keer: het gaat nogal snel ...

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

1. Welke stappen zet Arne tijdens het lezen van alinea 2? En waarom zet hij deze stappen, denk je?
2. Arne levert commentaar bij zijn lezen. In hoeverre blijkt uit dat commentaar dat hij de tekst diep begrijpt? Leg je mening uit.
3. Heeft Arne nu de tekst diep begrepen, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open vraag

Leerling 2: Berend
De tweede leerling van wie je de oogbewegingen gaat zien, is Berend. Je gaat hier maar één filmpje zien. Je ziet hoe jij verder leest nadat hij de tekst al helemaal doorgenomen heeft. Volg zijn kijkpatroon en vraag je af waarom hij welke stappen in de tekst zet. Begrijpt hij de tekst goed, denk je?

Je wist het al: het is aan te raden om het filmpje twee keer te bekijken: het gaat allemaal nogal snel ...

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

1. Welke stappen zet Berend tijdens het lezen van de tekst? En waarom zet hij deze stappen, denk je?
2. Berend levert commentaar bij zijn lezen. In hoeverre blijkt uit dat commentaar dat hij de tekst diep begrijpt? Leg je mening uit.
3. Heeft Berend nu de tekst diep begrepen, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

5. Conclusie?
Je hebt nu twee leerlingen gezien die nogal verschillend de tekst 'Complotdenkers' probeerden te begrijpen. Waarschijnlijk heb je ook wel ideeën wie van beiden de tekst goed begrepen heeft. Denk er even over na. Op welke lezer leek jij? Op lezer 1, Arne? Op lezer 2, Berend, van wie je alleen zag wat hij deed na de eerste keer lezen?

In de volgende slides gaan we je drie vragen stellen waarin je de twee lezers gaat vergelijken. We willen daarbij dus met je nadenken over wat precies diep begrip betekent.

Slide 29 - Tekstslide

Op welke lezer leek jij vooral, Arne of Berend? Leg uit.

Slide 30 - Open vraag

We hebben de leerlingen naderhand een pittige tekstbegripstoets laten maken. Wie bleek teksten het best te begrijpen?
A
Arne
B
Berend

Slide 31 - Quizvraag

Waarom snapte Berend de tekst beter?
Eerst: wat is dieper begrip volgens wetenschappers?

Er zijn veel manieren om een tekst goed te begrijpen. Maar wetenschappers zijn het wel erover eens wat goed, diep tekstbegrip is:
      je kunt dan in eigen woorden de inhoud van een tekst goed weergeven, je kunt de
      gedachtegang ervan aan anderen makkelijk uitleggen.
Je hebt dan de tekst je eigengemaakt, zou je kunnen zeggen. 


Slide 32 - Tekstslide

Kijken we dan nu terug naar Berend...
* Vraag jezelf af hoe je uit zijn lezen en zijn commentaar kunt opmaken dat Berend de tekst (waarschijnlijk) diep begrijpt.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

* Hoe bleek uit de beelden dat Berend de tekst diep begreep? 
* Hoe bleek uit het commentaar dat Berend de tekst diep begreep? 

Klassengesprek

Slide 35 - Tekstslide

Wat is diep begrip?
* Door de belangrijkste tekstdelen terug te lezen, verdiept Berend zijn begrip van de hele tekst.
* Door moeilijkere zinnen terug te lezen, repareert Arne enkel zijn begrip van een alinea.

* diep begrip : je neemt de informatie uit de tekst op in jouw kennis van de wereld.
* Je kunt dan in eigen woorden de tekstuele gedachtegang weergeven.

Met zo'n diep begrip kun je dan nadenken over én vanuit deze gedachtegang:
- Hoe zinnig is het wat de tekst beweert?
- Hoe bruikbaar en betrouwbaar is een tekst voor je opdracht?
- Hoe kun je wat de tekst beweert, gaan toepassen op nieuwe situaties?
- Je kunt de tekst interpreteren.


Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je door deze les over je eigen diep begrip geleerd?

Slide 37 - Open vraag

We zijn bijna aan het einde van deze les. We wilden je duidelijk maken wat diep begrip van een tekst inhoudt. Hopelijk vond je het leerzaam en leuk.

Ga je nu anders een tekst lezen, als je de volgende keer voor school een tekst goed moet lezen? Leg je antwoord uit.

Slide 38 - Open vraag


Dank voor je aandacht.

Einde van les 1 van de lessenserie Diep leren lezen!





Slide 39 - Tekstslide