Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

verkiezingen 2021

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waaruit het Parlement in Nederland bestaat, en welke taken het heeft.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waaruit het Parlement in Nederland bestaat, en welke taken het heeft.
  • Hoe de partijen zijn verdeeld qua opvattingen.
  • Tot slot hebben we een debat gevoerd zoals de 2e kamer doet.

Slide 2 - Tekstslide

verkiezingen 2021

Slide 3 - Tekstslide

ministerraad

kabinet

regering

staten generaal

parlement


1e kamer

2e kamer

oppositie

coalitie

fractie

Slide 4 - Tekstslide

De regering =
Koning en de ministers

Slide 5 - Tekstslide

Het Parlement
De Eerste- en de Tweede Kamer
(De Staten-Generaal)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wie zitten er in de Tweede Kamer?

  • Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit

  • Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering

  • Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Chambre du reflection (Kamer van reflectie = nogmaals, vooral technisch, bekijken van een wetsvoorstel dat al door de Tweede Kamer is goedgekeurd)

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten                  (wetgevende taak)

Slide 19 - Tekstslide

Video
Hoe werkt de Tweede Kamer?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Video
Oppositie en coalitie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

links - rechtsschaal
Op deze schaal staan thema's als economie, zorg en belastingen centraal: thema's die veelal gaan over geld

Slide 26 - Tekstslide

progressief-conservatief as
Hier gaat het bijvoorbeeld om thema's als migratie, klimaat en Europese samenwerking, thema's die in mindere mate met geld te maken hebben. 
Progressief wil zeggen veranderingsgezind en conservatief is behoudend.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

om de hoeveel jaar wordt er normaal gestemd
A
2
B
4
C
5
D
6

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen taak van de Tweede kamer
A
Wetsvoorstellen maken
B
Zorgen dat niemand de wet overtreedt
C
De regering controleren
D
Wetten goed- of afkeuren

Slide 30 - Quizvraag


A
Als de grootste partij voor het wetsvoorstel stemt
B
Als alle partijen het eens zijn met het wetsvoorstel
C
Als de helft van de Kamerleden voor het wetsvoorstel stemt
D
Als meer dan de helft van de Kamerleden voor het wetsvoorstel stemt

Slide 31 - Quizvraag

De koning mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen.

A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

De regering is hetzelfde als het kabinet.

A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

In tegenstelling tot de Tweede Kamer, wordt de Eerste Kamer niet direct door het volk gekozen. Door wie wel?

A
De Tweede Kamer
B
De ministers
C
De Gemeenteraden
D
De Provinciale Staten

Slide 34 - Quizvraag

Als je in de gevangenis zit, mag je niet stemmen.

A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Over welk van de onderstaande onderwerpen beslist de Tweede Kamer niet?

A
De aanleg en het onderhoud van snelwegen
B
Het toewijzen van een sociale huurwoning
C
De leeftijd waarop je mag stemmen
D
De herinvoering van de studiefinanciering

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een andere eis - naast gekozen worden - waaraan je moet voldoen om Tweede Kamerlid te worden?

A
Je moet een hbo-diploma of een universiteitsdiploma hebben
B
Je mag geen strafblad hebben
C
Je moet de Nederlandse nationaliteit hebben
D
Je moet 21 jaar of ouder zijn

Slide 37 - Quizvraag

De Eerste Kamer stemt als eerste over een wetsvoorstel.

A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een minister een wetsvoorstel heeft, maar de meerderheid van de Tweede Kamer wil die wet niet?

A
De wet komt er toch, de minister is belangrijker dan de Tweede Kamer
B
De wet komt er niet, een meerderheid van de Tweede Kamer moet er voor zijn
C
Dan besluit de Eerste Kamer of de wet er komt
D
Dan besluit de koning of de wet er komt

Slide 39 - Quizvraag

2e kamer

Slide 40 - Tekstslide

Mogelijkheden 2e Kamer

  • recht van initiatief (wetsvoorstel indienen)
  • amendement
  • motie

 

  • budgetrecht
  • onderzoek- en  enquêterecht
  • vragenrecht
  • motie van wantrouwen
  • interpellatie

Slide 41 - Tekstslide

debat

Slide 42 - Tekstslide

  • 5 fracties.
  • iedere fractie krijgt een  standpunt.
  • iedere fractie krijgt maximaal 2 minuten spreektijd om hun standpunt toe te lichten.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

  • iedere fractie krijgt de mogelijkheid tot interruptie, het indienen van een motie of amendement.
  • iedere fractie moet minimaal 1 keer interrumperen, een motie of amendement indienen

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Fractieoverleg
  • jullie worden zo ingedeeld in een fractie en krijgen dan jullie standpunt
  • overleg wie de fractievoorzitter wordt en wie gaat interrumperen bij de andere sprekers
  • maak een lijst van argumenten voor of tegen het wetsvoorstel

Slide 47 - Tekstslide

debatregels
  • respecteer elkaars mening ook als je het er niet mee eens bent
  • Val niet de boodschapper maar de boodschap aan
  • wie stelt moet bewijzen
  • hoor en wederhoor

Slide 48 - Tekstslide

definitieve stemming

Slide 49 - Open vraag

Slide 50 - Tekstslide