Blok 6. Les 6. Oefening 1. Werkwoordspelling.
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zonder een kik te geven, (trekken) Steve de pleister van zijn arm.
Slide 2 - Open vraag
Na drie dagen op water en brood geleefd te hebben, (vallen) Robin en Anita zojuist op de tagliatelle aan.
Slide 3 - Open vraag
De koeien (grazen) toen op hun gemak.
Slide 4 - Open vraag
Mijn vriend (posten-vt) de aanvraag net op tijd.
Slide 5 - Open vraag
Omdat hij dronken achter het stuur zat, is hij in de sloot (belanden).
Slide 6 - Open vraag
Hij heeft zorgvuldig de muren (sauzen).
Slide 7 - Open vraag
Als mijn oma (bingoën), wordt ze extreem fanatiek.
Slide 8 - Open vraag
Suzets tong is (piercen).
Slide 9 - Open vraag
Na zijn toetsen heeft Aziz heerlijk (relaxen).
Slide 10 - Open vraag
Het (huilen) kind was verdwaald.
Slide 11 - Open vraag
Het (beloven) zakgeld.
Slide 12 - Open vraag
Hij verlootte de cadeaus. De (verloten) cadeaus.
Slide 13 - Open vraag
(Fluiten) liep de man weg.
Slide 14 - Open vraag
Hoe noem je het werkwoord tussen haakjes? Hij wil morgen al (gaan).