Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Blok 7 les 7 & 8 2022 hoofdstuk 2 profielboek didactiek. Uitvoeren van lesactiviteiten

PDO blok 7 
Hoofdstuk 2 - uitvoeren van lesactiviteiten
Boek: Profielboek didactiek
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PDO blok 7 
Hoofdstuk 2 - uitvoeren van lesactiviteiten
Boek: Profielboek didactiek

Slide 1 - Tekstslide

 




-terugblik vorige les :werkvormen

-hoofdstuk 2.4 leerlingvolgsysteem
-hoofdstuk 2.5 afronden van het leerproces


Slide 2 - Tekstslide

Wat bepaalt of je kiest voor
leerkrachtgestuurd of leerlinggestuurd lesgeven?
(we hebben 4 overwegingen besproken vorige les)

Slide 3 - Open vraag

Keuze voor instructievorm
Afhankelijk van:
  • Inhoud van de les.
  • De leerlingen waarmee je werkt.
  • Wat je wilt en kunt.
  • De mogelijkheden van de school.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN instructievorm?
A
Voordoen
B
Zoekactiviteit
C
Geprogrammeerde instructie
D
Zelfstandig werken

Slide 5 - Quizvraag

Coöperatieve werkvormen
Competitieve werkvormen
Individualistische werkvormen
Leerlingen gaan de strijd met elkaar aan voor het beste resultaat.
Leerlingen behalen succes wanneer ze samen werken.
Onderwijs op maat, leerlingen werken op hun eigen niveau en er worden doelen per leerling gesteld.

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen paragraaf 2.4
-Je weet wat een leerlingvolgsysteem inhoudt.
-Je kunt twee voorbeelden noemen van LVS.
-Je kunt de verschillende functies van een LVS   benoemen.
-Je weet wat een didactische leeftijd inhoudt.
-Je kunt het verschil weergeven tussen een schoolrapport en een onderwijskundig rapport.

Slide 8 - Tekstslide

Leerlingvolgsysteem

Basisscholen werken verplicht met een leerlingvolgsysteem (LVS). Dit wordt ook wel leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) genoemd. Hiermee houdt de school vorderingen en resultaten bij. Niet alleen van uw kind, maar ook van de groep van uw kind en van de school. Dit gebeurt in ieder geval voor Nederlandse taal en rekenen-wiskunde.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Actuele veranderingen:
Geen kleutertoetsen meer.
Voorgangstoets ipv eindtoets groep 8

Zie info over beide op de websites volgende slides.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

zoekopdracht in je boek

Slide 14 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:
  1. Er zijn verschillende soorten LOVS. Noem er min. 2. Wat is het voordeel van Looqin po?
  2. VO: Wat is het verschil tussen toetsvolgsystemen en schooladministratiesystemen?
  3. Noem 3 functies van het LVS.
  4. Waarom is toetsen bij kleuters niet altijd betrouwbaar?
  5. Welke 2 soorten toetsen worden er in het basisonderwijs veelal gebruikt?
  6. Wat wordt bedoeld met de ruwe score bij een toets? 
  7. Waarom is de toetsuitslag  van een methode-overstijgende toets niet meer betrouwbaar als een kind de toets een (flink) aantal weken later pas maakt?
  8. Hoe is bij CITO de indeling in niveaus?
  9. Wat houdt de Entree-toets in? Steeds meer scholen stappen hier van af. Waarom denk je?
  10. Leg uit wat DL en DLE inhouden.
  11. Leg uit waarom je na een LVS toets afname ook iets kunt zeggen over de kwaliteit van de groep.
  12. Wat is het verschil tussen een schoolrapport en een OKR?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

lesdoelen paragraaf 2.5
-Je kunt het verschil benoemen tussen:  
             evalueren en reflecteren
       formatieve- en een summatieve toets
 
- Je kunt benoemen waar een goede toets aan moet       voldoen.

-Je kunt voorbeelden noemen van effectieve feedback

Slide 17 - Tekstslide

Reflecteren => terugblikken op een ervaring (handelen, denken, voelen, willen)

Evalueren=> is het doel behaald?




Evalueren => Kijken of de doelen zijn behaald en hoe ver de ontwikkeling is.

Slide 18 - Tekstslide

Evalueren, hoe?
een voorbeeld van evalueren is "toetsen":
=> formatief= tussentijdse of voortgangstoets. 
      Doel: hoe verder?
=> summatief= eindtoetsing.
      Doel: worden (kern)doelen bereikt?

Slide 19 - Tekstslide

Waaraan voldoet een goede toets volgens jou?

Slide 20 - Open vraag

Waaraan moet een toets voldoen?
  • Valide: wordt er daadwerkelijk gemeten of je de kerndoelen toetst?
  • Betrouwbaar: komt er geen "toevallige" score uit?
  • Objectief: worden er feiten getoetst en geen meningen?
  • Efficiënt: is de tijd die het kost om te toetsen in verhouding tot wat er geleerd moet worden?

Slide 21 - Tekstslide

Feedback
Feedback helpt de leerling vanuit de huidige prestatie naar het gewenste niveau te komen. Dit is te stimuleren door in een kindgesprek vragen te stellen gericht op:

  • Feedup : waar ga ik heen, wat is mijn doel of welke resultaten?
  • Feedback: wat heb ik gedaan, hoe heb ik het doel tot nu toe aangepakt?
  • Feedforward: wat is de volgende stap, wat ga ik verder doen om de gestelde doelen te bereiken?

Slide 22 - Tekstslide

Feedback 4 niveaus
Taakniveau
Procesniveau
Zelfregulatieniveau
Zelfniveau
(Zie blz. 78 )

Slide 23 - Tekstslide

taak
niveau

proces
niveau
zelf-
regulatie
niveau
zelf
niveau
"Hoeveel vragen heb je goed?"
"Op welke manier heb je deze som opgelost?"
"Kun je de goede focus die jij hebt bij het online oefenen van de tafels ook inzetten bij het stil lezen?"
"Welke kwaliteit van jezelf 
heb jij ingezet om deze
opdracht te doen?"

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Filmpje groep 2:
https://youtu.be/iwdqgDYIPLw
Twee kijkvragen bij bovenstaand filmpje
:

  • Op welk niveau krijgen deze leerlingen feedback (taak-, proces-, zelfregulatie-of zelfniveau?)
  • Vind je deze feedback effectief en licht toe

Slide 27 - Tekstslide

Hoe je beoordeelt/ toetst hangt af van het type onderwijs
We onderscheiden 4 onderwijstypen:
Hoe wordt hier een activiteit veelal afgerond ?
Zoek op je boek , blz 80/81 . Je krijgt 2 minuten

Neoklassikale school:
Geïndividualiseerde school
Ontwikkelingsschool
Gemeenschapsschool

timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Wat bedoelen we met objectief beoordelen en geef een voorbeeld.?

Slide 29 - Open vraag

wanneer is er sprake van een subjectieve beoordeling ? (Meerdere goede antwoorden)
A
negatieve eigenschappen van leerling tellen mee
B
normering is bekend
C
kwaliteit van student telt mee (halo-effect)
D
aantal te behalen punten staan genoteerd bij vraag

Slide 30 - Quizvraag

Einde hoofdstuk 2 uitvoeren van lesactiviteiten

Slide 31 - Tekstslide