Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
werkwoordsvormen en werkwoordstijden
Hoofdstuk 6:
spelling
werkwoorden
1hvb
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6:
spelling
werkwoorden
1hvb
Slide 1 - Tekstslide
Je leert over werkwoordsvormen en werkwoordstijden
🎈
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
infinitief: het hele werkwoord
persoonvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
persoonvorm verleden tijd (pvvt)
voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)
Werkwoordstijden
onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) = ik lees, jij werkt
onvoltooid verleden tijd (ovt) =
ik las, jij werkte
voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
= ik heb gelezen, jij hebt gewerkt
voltooid verleden tijd (vvt) =
ik had gelezen, jij had gewerkt
Slide 3 - Tekstslide
Welke werkwoordsvorm is spreken in de volgende zin?
Ik kreeg de leerling niet te spreken.
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Video
Welke werkwoordvorm is versierd in de volgende zin?
De woonkamer was feestelijk versierd voor zijn verjaardag.
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Video
Benoem de werkwoordstijd.
Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 8 - Quizvraag
Benoem de werkwoordtijd.
Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 9 - Quizvraag
Hij heeft dit jaar nog geen les (verzuimen).
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
verzuimt
B
verzuimen
C
verzuimd
D
verzuim
Slide 10 - Quizvraag
Tot mijn verbazing (ontruimen) men die bouwvallige huizen niet.
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
VD
C
PV VT
D
INF
Slide 11 - Quizvraag
Tot mijn verbazing (ontruimen) men die bouwvallige huizen niet.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
ontruimt
B
ontruimen
C
ontruimd
D
ontruim
Slide 12 - Quizvraag
De verzekeringsmaatschappij zou maar een deel van de schade (vergoeden).
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
VD
C
PV VT
D
INF
Slide 13 - Quizvraag
De verzekeringsmaatschappij zou maar een deel van de schade (vergoeden).
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
vergoedt
B
vergoeden
C
vergoed
D
vergoedden
Slide 14 - Quizvraag
Ondanks alle maatregelen (stranden) er nu nog regelmatig een schip op deze kust.
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
VD
C
PV VT
D
INF
Slide 15 - Quizvraag
Die chauffeur (versperren) met zijn vrachtwagen de toegang tot de parkeerplaats.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
verspert
B
versperren
C
versperd
D
versper
Slide 16 - Quizvraag
We zijn elkaar helemaal (ontgroeien) na die verhuizing.
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
INF
C
PV VT
D
VD
Slide 17 - Quizvraag
We zijn elkaar helemaal (ontgroeien) na die verhuizing.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
ontgroeit
B
ontgroeidt
C
ontgroeid
D
ongroeien
Slide 18 - Quizvraag
Jacob werkt als professioneel tester van hondenvoeding
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 19 - Quizvraag
Hij heeft in die baan al heel wat hondenvoeding geproefd
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 20 - Quizvraag
Volgens Jacob verschilt de smaakzin van die van mensen
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 21 - Quizvraag
Maar ook bij honden moeten de ingrediënten in balans zijn.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 22 - Quizvraag
Tot nu toe at hij het liefst lam met erwten en peterselie
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 23 - Quizvraag
Hij was zoals altijd begonnen met een zorgvuldige blik op het voer.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 24 - Quizvraag
Zo had hij de hoeveelheid bosbessen en groene bonen vastgesteld.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 25 - Quizvraag
Daarna wordt de beoordeling van het recept gemaakt.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 26 - Quizvraag
Bijna altijd neemt Jacob een hap van het hondenvoer.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.
Slide 27 - Quizvraag