In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Vandaag
Normen en waarden
Ethiek in de zorg
Tijd over? > Spel
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn normen en waarden?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Normen en waarden spel!
Normen en waarden zijn vaak aan elkaar te linken, en dat is precies wat jullie gaan doen!
Werk in tweetallen: Je krijgt een tabel met normen, zet daar de juiste waarde achter die daaraan ten grondslag ligt.
Slide 4 - Tekstslide
Introductie ethiek
Ethiek: 'kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen.’
Wat is goede zorg? Wat vinden collega’s, mantelzorgers, cliënten, familie van cliënten?
Balanceren tussen waarden van alle betrokkenen en het beleid van de organisatie.
Ethische dilemma’s
Slide 5 - Tekstslide
Ethiek - nieuwe ontwikkelingen
De zorg wordt steeds complexer. Door ontwikkelingen en nieuwe inzichten heb je in de langdurende zorg steeds vaker te maken met moeilijk te beantwoorden vragen. Bijvoorbeeld door de volgende ontwikkelingen:
Mensen leven langer en hebben vaak meerdere gezondheidsproblemen.
Mensen wonen langer thuis + meer aangewezen op zorg van familie.
De opvattingen over beslissingen in de laatste levensfase veranderen.
Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van technologie in de zorg.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat vind jij van de digitale ontwikkelingen binnen de zorg?
Slide 13 - Open vraag
Voorbeelden
Welke ethische dilemma's hebben jullie zelf meegemaakt?
Slide 14 - Tekstslide
Wat moet je nou inleveren
Vandaag: Opdracht in teams (als vervanging voor de laatste 3 lesuren)
Einde van de week:
Alle voorbereiding opdrachten van week 6
Alle verdieping opdrachten van week 6
Alle checking opdrachten van week 6
Slide 15 - Tekstslide
Heb je ooit?
Pak je stoel en kom in een kring zitten.
Er staat 1 persoon in het midden.
Slide 16 - Tekstslide
Heb je ooit?
- De persoon in het midden zegt ‘Heb je ooit….<noemt een activiteit zoals bijvoorbeeld ‘Paard gereden’>. (Het moet iets zijn dat hij/zij zelf heeft gedaan.)
- Iedereen die dit ooit heeft gedaan staat op van de stoel.
- Op het teken van de docent zoeken alle mensen die staan een nieuwe plek, inclusief degene in het midden.