4. Kunst en wetenschap

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Republiek in de Gouden Eeuw een plek was waar wetenschap, kunst en cultuur kon bloeien.

De Gouden Eeuw

4. Kunst en wetenschap

Leerdoel

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Republiek in de Gouden Eeuw een plek was waar wetenschap, kunst en cultuur kon bloeien.

Vrijheid

• In de Republiek was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.

• De bestuurders van de Republiek vertelden de mensen niet hoe ze moesten leven of welke godsdienst ze moesten aanhangen.

• Veel geleerden konden in de Republiek (meestal) schrijven wat ze wilden, zonder gevaar te lopen

Hugo de Groot

1583-1645

Hugo de Groot schreef boeken over geschiedenis, wetgeving en godsdienst. 

Sommige van zijn ideeën worden vandaag nog steeds gebruikt.

Het allerbekendst is hij misschien wel van zijn ontsnapping in een boekenkist.

Wetenschap

• Voor rijke inwoners van de Republiek was het mogelijk om te gaan studeren aan universiteiten.

• Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.

• Bekende Nederlandse wetenschappers waren Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek

Atlas Major

1662

Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten

en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major

Schilderkunst

Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw.

Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals

zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd

Video

Welkom in de Gouden Eeuw: Wetenschap

Video

Welkom in de Gouden Eeuw: Kunst

Begrippen uit deze les

• Tolerantie
• Atlas Major

Personen uit deze les

• Spinoza
• Hugo de Groot
• Rembrandt van Rijn
• Joan Blaeu
• Christiaan Huygens
• Antoni van Leeuwenhoek

Jaartallen uit deze les

• 1621: Hugo de Groot ontsnapt in een boekenkist
• 1642: Rembrant maakt de Nachtwacht
• 1662: Joan Blaeu brengt de Atlas Major uit

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.