Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 1.1 Marketing - VS - H3

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Zalando
en Seats Sofas?

Slide 11 - Open vraag

Als jij nieuwe banken zou willen kopen. Zou jij dat online doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Stel jij zou een bank willen kopen bij Seats & Sofas. Wat verwacht je dan van een verkoopspecialist?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een microbedrijf, een kleinbedrijf, een middel­ groot bedrijf en een grootbedrijf? Schrijf bij elke bedrijfssoort het aantal medewerkers op.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

2) Wat is kleinhandel? Kies het juiste antwoord.
A
Een bedrijf dat artikelen aan consumenten verkoopt.
B
Een bedrijf dat kleine artikelen verkoopt.
C
Een winkelbedrijf met minder dan honderd klanten per week.
D
Een winkelbedrijf met minder dan vijftig medewerkers.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

4a) Leg in je eigen woorden uit wat een bedrijfskolom is.

Slide 25 - Open vraag

4b) Hoe zou de bedrijfskolom van een pot appelmoes eruit kunnen zien?

Slide 26 - Open vraag

Pjotr heeft een groothandel in meubels. Hij zou het fijn vinden als de bedrijfskolom wat korter was. De bedrijfskolom is nu als volgt: fabrikant, exporteur, importeur, groothandel, winkelier.
Wat adviseer jij Pjotr om te doen?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Een bedrijf tussen de 10 en 50 medewerkers valt onder...
A
Middelgroot bedrijf
B
Kleinbedrijf
C
Grootbedrijf
D
Microbedrijf

Slide 29 - Quizvraag