Week 2: Les 2 Module 4 - Hfst 2.1 assertiviteit en intimiteit

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Doel

Je leert wat het belang is van assertief gedrag

De manieren van reageren, sub-assertief / assertief en agressief.

Oorzaken van een gebrek aan assertiviteit. 

Onderwerpen

2.1 opkomen voor jezelf + manieren om voor jezelf op te komen

2.1.Grenzen aangeven

2.1.2 Onderhandelen 

2.3 Drie manieren van reageren

2.4 Oorzaken van een gebrek aan assertief gedrag

2.5 Belang van assertief reageren

Opkomen voor jezelf

Zeg eerlijk wat je denkt en voelt

Wanneer vind jij het moeilijk om voor jezelf op te komen?

Wat gebeurt er als je niet voor jezelf op komt tijdens het werk?

Belang van assertiviteit

Grenzen aangeven

Grenzen geven aan wat je wel of niet aankunt maar ook waar je verantwoordelijk voor bent en waarvoor niet. 

Grenzen bewaken is lastig: 

• ruzie en conflicten willen voorkomen;
• iedereen te vriend willen houden en anderen niet willen kwetsen;
• leuk gevonden willen worden
• niemand willen telleurstellen. 

Grenzen aangeven

Grenzen aangeven kun je leren:

• Laat duidelijk en rustig horen wat je wel en niet wilt;
• Gebruik de ik-vorm, haal er geen anderen bij;
• Geef aan waarom je iets wel of niet wilt;
• Maak er geen lang verhaal van;
  
• Je hoeft je niet te verontschuldigen voor waarom je iets wel of niet wilt doen. 

Oorzaken

Bescheidenheid

Angst

Te hoge verwachtingen

Verlegenheid

Schuldgevoelend

Sterk plichtsbesef

Geen eenling willen zijn

Bewuste keuze

Voorbeelden

Een cliënt slaat telkens een arm om je heen. Jij hebt dit liever niet.

Je collega is ziek en jij wordt deze maand voor de derde keer gebeld of je een keer een extra dienst wil draaien. 

Sub assertief

Assertief

Agressief

Je geeft niet je eigen mening

je bent voorzichting met kritiek

Je wacht af wat anderen vinden

Je maakt je eigen belangen duidelijk

je geeft de ander de ruimte om zich te uiten

Je durft initiatief te nemen

Je bent overtuigd van jezelf. 

Je kan de ander overheersen

Assertief reageren

• Laat duidelijk en rustig horen wat je wilt of niet wilt
• Gebruik de ik-vorm
• Geef aan waarom je iets wilt of niet wilt. (eventueel)
• Geef suggesties voor een oplossing of zoek samen
• Houd het kort!!

Sub-assertief en agressief

Agressief:

• anderen negeren;
  
• slecht (of helemaal niet) luisteren naar anderen;
• overdreven veel kritiek op anderen hebben;
  
• met stemverheffing spreken, een beschuldigende toon, schreeuwen.

Sub-assertief: 

• zich stilhouden, geen eigen mening geven;
  
• eerst afwachten wat anderen vinden;
  
• geen nee durven zeggen of snel toegeven;
  
• geen kritiek durven geven;
  

Onderhandelen

Onderhandelen op een open, respectvolle manier kan bijzondere uitkomsten opleveren. Tijdens het onderhandelen kun je samen op ideeën komen waar je alleen misschien niet opgekomen zou zijn.  

Opdrachten digitale leeromgeving

Verwerkingsopdrachten 6.12

Les 2: module 4 – H2

- Opdracht 1 t/m 10