Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Week 5: 14.4, 14.6 Groeifactoren en groeicurven

Bespreken
H13 Opdracht 1 t/m 3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bespreken
H13 Opdracht 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

§13.4 Groeifactoren
Welke omstandigheden zorgen voor                          o                  optimale groei?

Slide 7 - Tekstslide

Psychofiel
Optimumtemperatuur 0-15 °C
Mesofiel
Optimumtemperatuur 20 - 37 °C
Thermofiel
Optimumtemperatuur 55 - 65 °C
Extreem thermofiel
Optimumtemperatuur ongeveer 100 °C
Niet in figuur aangegeven

Slide 8 - Tekstslide

Temperatuur
Minimumtemperatuur
Hieronder is groei van organisme niet mogelijk
Optimumtemperatuur
Bij deze temperatuur groeit het micro-organisme het snelst
Maximumtemperatuur
Hierboven is groei niet mogelijk

Slide 9 - Tekstslide

Zuurgraad (pH)
Minimum-, maximum-, en optimum pH
Meestal ligt het optimum bij pH 7 maar kan erg verschillen per organisme
  • Acidofielen (laag pH-optimum)
  • Basofielen (hoog pH-optimum)

Vaak zijn                         nodig in voedingsmedia



Stof die de pH constant houdt
buffers

Slide 10 - Tekstslide

Zuurstofspanning
  1. Obligaat aeroob= groeit alleen in aanwezigheid van zuurstof
  2. Obligaat anaeroob= groeit alleen zonder zuurstof
  3. Facultatief anaeroob= groeit zowel met als zonder zuurstof
  4. Micro-aerofiel= beste groei bij een lage zuurstofspanning

Slide 11 - Tekstslide

Obligaat aeroob
Obligaat anaeroob
Facultatief aeroob
Micro-aerofiel

Slide 12 - Sleepvraag

Osmotische waarde
De concentratie opgeloste stoffen in de cel en de omgeving bepaalt de waterverplaatsing. Laag==> hoog
  • In isotoon milieu is de waterverplaatsing gelijk.
  • In hypertoon milieu gaat water de cel uit. De concentratie buiten de cel is hoger.
  • In hypotoon milieu gaat water de cel in. De concentratie in de cel is hoger.

Slide 13 - Tekstslide

Isotoon milieu
Hypotoon milieu
Hypertoon milieu

Slide 14 - Sleepvraag

Invloed van osmotische waarde
Hypotoon milieu                  Isotoon milieu               Hypertoon milieu

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je de temperatuur waarbij een micro-organisme het snelst groeit?
A
minimumtemperatuur
B
maximumtemperatuur
C
optimumtemperatuur

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke pH groeien acidofielen het liefst?
A
pH<7
B
pH>7

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de groei van een bacterie onder optimale omstandigheden?
A
Optimumgroei
B
Exponentiële groei
C
Maximum groei

Slide 18 - Quizvraag

Welke groeifactor wordt geremd bij sterk gezouten voedingsmiddelen?
A
Temperatuur
B
pH
C
Zuurstofspanning
D
Osmotische waarde

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Lezen §13.1 t/m §13.4.4
Maken opdracht 5, 6

Slide 20 - Tekstslide

§13.6 Groeicurven in vloeibare media

Groeifasen in bouillons

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Groeifasen in bouillons
Lagfase
Aanloopfase, de bacteriën voelen zich op hun gemak, maar delen nog niet.
Logfase
Logaritmische fase, de cellen delen exponentiëel. Deze groei neemt af wanneer voedsel schaars wordt. Ook komen nu veel giftige stofwisselingsproducten vrij.
Stationaire fase
Evenwichtsfase,  er gaan evenveel cellen dood als erbij komen. Deze fase duurt voort tot alle voedingsstoffen op zijn.
Afstervingsfase
Het voedsel is op en de cellen sterven af tot ze allemaal dood zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Lezen §13.6
Maken (en bespreken) opdracht 9

Slide 26 - Tekstslide