Medicijnen noem je ook wel geneesmiddelen of medicamenten.
In een medicijn zit een werkzame, chemische stof.
Deze stof wordt altijd heel precies beschreven, zodat een apotheker of chemicus het medicijn kan maken.
Als een apotheker een medicijn zelf maakt, is het vaak goedkoper dan een medicijn van een bekend merk.
Veel ziektekostenverzekeringen vergoeden dan ook alleen het medicijn met de laagste prijs, oftewel het goedkopere ‘eigen merk’ van de apotheek, dat precies dezelfde werking heeft als het duurdere medicijn. Zo’n eigen merk noem je een locopreparaat.
Slide 2 - Tekstslide
Samenvatting theorie
Medicijnen hebben vaak drie soorten namen:
Chemische naam of soortnaam: verwijzing naar de groep medicijnen waar het onder valt.
Stofnaam of generieke naam: dit gaat om de werkzame bestanddeel die in een medicijn zit.
Merknaam of handelsnaam: de merknaam is de beschermde naam van de producent ®
Slide 3 - Tekstslide
Samenvatting theorie
WERKING VAN MEDICIJNEN:
Voorkomen van ziekte (profylactische werking)
Bestrijden van de oorzaak van een ziekte of handicap (causale werking)
Bestrijden of verzachten van de gevolgen van een ziekte of handicap (symptoombestrijding)