Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

08 - Javascript - functies

Functies in Javascript
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Functies in Javascript

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk onderwerpen die we al behandeld hebben met betrekking tot Javascript?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je functies in Javascript uitleggen en voorbeeldcode schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over functies in Javascript?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functies
Functies zijn een manier om een blok code te groeperen en te hergebruiken. Ze kunnen worden aangeroepen door hun naam en kunnen parameters accepteren.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat functies zijn en wat hun rol is in Javascript.
Functies schrijven
Functies worden gedefinieerd met het keyword 'function', gevolgd door de naam van de functie en de parameters tussen haakjes. De code van de functie wordt tussen accolades geplaatst.

Slide 6 - Tekstslide

Geef een overzicht van de syntax van functies in Javascript.
Voorbeeldfunctie
function groet(naam) {
      return 'Hallo ' + naam;
}

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een eenvoudige functie en leg uit wat deze doet.
Functies aanroepen
Functies worden aangeroepen door hun naam te gebruiken, gevolgd door haakjes met eventuele parameters tussen haakjes. Het resultaat van de functie kan worden opgeslagen in een variabele.

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien hoe functies worden aangeroepen en hoe het resultaat kan worden opgeslagen.
Voorbeeld aanroepen
let resultaat = groet('Peter');
function groet(naam) {
      return 'Hallo ' + naam;
}

Slide 9 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van het aanroepen van de eerder gedefinieerde functie.
Return statement
De 'return' statement geeft de waarde terug die wordt geretourneerd door de functie. Als er geen 'return' statement is, wordt er 'undefined' geretourneerd.

Slide 10 - Tekstslide

Leg het belang uit van het 'return' statement en wat er gebeurt als het niet wordt gebruikt.
Voorbeeld met return statement
function som(a, b) {
      return a + b;
}

Slide 11 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een functie met een 'return' statement die de som van twee getallen berekent.
Scope
Scope bepaalt waar variabelen beschikbaar zijn. Variabelen die binnen een functie zijn gedefinieerd, zijn alleen beschikbaar binnen die functie.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat scope is en hoe het werkt in functies.
Voorbeeld van scope
function groet(naam) {
      let boodschap = 'Hallo ' + naam;
      return boodschap;
}

Slide 13 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een variabele die is gedefinieerd binnen een functie en leg uit waarom deze alleen beschikbaar is binnen de functie.
Oefening
Opdracht wordt gedeeld in teams

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is scope?
A
Scope bepaalt waar variabelen beschikbaar zijn
B
Scope bepaalt hoeveel regels code een functie mag hebben
C
Scope bepaalt hoe vaak een functie kan worden aangeroepen
D
Scope bepaalt hoeveel parameters een functie kan accepteren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de 'return' statement?
A
Het beëindigt de functie
B
Het geeft aan dat de functie een fout heeft
C
Het geeft de waarde terug die wordt geretourneerd door de functie
D
Het geeft aan dat de functie verder moet gaan met de volgende regel code

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden functies aangeroepen?
A
Door de parameters van de functie te gebruiken zonder haakjes
B
Door hun naam te gebruiken, gevolgd door haakjes met eventuele parameters tussen haakjes
C
Door de code van de functie te kopiëren en te plakken
D
Door hun naam te gebruiken zonder haakjes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een functie?
A
Een manier om variabelen te groeperen
B
Een manier om loops te groeperen
C
Een manier om objecten te groeperen
D
Een manier om een blok code te groeperen en te hergebruiken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.