3F D3 LES 01 Warming up en instaptoets

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Warming up 1 - Doelen deze instapweek

Doel 1    Je weet dat de opgaven in de eerste helft van Domein 3 gaan over de thema's​:

• Maten en hoeveelheden​
• Omtrek en oppervlakte​
• Inhoud​

Vandaag frissen we deze kennis wat op

Doel 2    Je laat zien wat je al weet van Domein 3 Meten en Meetkunde​ (instaptoets D3)

• Voor een foutloze oefening krijg je automatisch vrijstelling voor de bijbehorende oefenstof​
• Bij veel problemen kan je alvast begeleiding vragen​

hm

dam

m

dm

cm

mm

km

Hoe zitten metrieke reeksen ook alweer in elkaar?​

Besteed 1 minuut tijd aan het opfrissen.

kan het dametje met de centimeter meten?

​Oversteek tussen soorten inhoud via liter <-> dm3 en cm3 <-> ml

kleinst

grootst

km

dam

hm

m

dm

cm

mm

GEWICHT

Je caravan weegt 1600 kg​.

Je auto die de caravan trekt, weegt 1450 kg.​
Op de weg is een gewicht van 2,4 ton toegestaan.​
​
Mag je met je auto en caravan over deze weg rijden?​

1 Zet "ton" om naar kg

2 1 ton gewicht = 1000 kg

hulp

1. Ja
2. Nee

OMTREK

Rondom een weiland loopt een sloot.​
Het weiland is 234,5 m breed en 0,4 km lang.​
​
Hoeveel kilometer sloot is (afgerond) er om het weiland?​

Stap 1: Besef dat het hier gaat om "omtrek" 

             Omtrek = L + L + B + B

Stap 2: Het antwoord moet je geven in kilometers, dus zet de meters om naar km.

hulp

1 Besef dat het gaat om Omtrek = L + L + B + B

2 Het antwoord moet je geven in km, dus zet meters om naar km.

hulp

1. 0,13 km
2. 1,3 km
3. 13 km
4. 130 km

OPPERVLAKTE

Irene heeft een terras van 12 m2.​
Ze wil haar terras betegelen met tegels van 400 cm2.​
​
Hoeveel tegels heeft Irene nodig?​

Stap 1: Je mag alleen rekenen met gelijke eenheden: zet cm2 om naar m2 (of andersom).

Stap 2: Deel de oppervlakte van het terras door de oppervlakte van 1 tegel.

hulp

1 Besef dat het gaat om Oppervlakte = L x B

2 Maak de eenheden gelijk (bijv. cm2 naar m2)

3 Deel de opp. van het terras door de opp. van 1 tegel

hulp

1. 33
2. 30
3. 300
4. 330

INHOUD

Robert maakt limonade.
Hij doet 2 dl siroop bij 2 liter water.​
Hij verdeelt de limonade over 10 glazen.​

​Hoeveel milliliter limonade zit er in een glas?​

1 Zet alles om naar milliliters, omdat je antwoorden moet in millimeters

2 kl - hl - dal - liter - dl - cl - ml

hulp

1. 22
2. 220
3. 20
4. 200

INHOUD

Wat is de inhoud van dit zwembad in liters
als het bad tot 20 cm onder de rand gevuld wordt?​

De maten van het zwembad:
hoogte 1,5 m / breedte 5 m / lengte 8 m

Stap 1: Besef dat het hier gaat om "inhoud" 

Inhoud = L x B x H

Stap 2: Besef dat 1 dm3 = 1 liter!

Vul de formule daarom in met decimeters, dan krijg je automatisch dm3

hulp

 1 Besef dat het gaat om Inhoud = L x B x H

2 Besef 1 dm3 = 1 liter, dus gebruik dm in de formule van inhoud

hulp

1. 5.200 liter
2. 6.000 liter
3. 52.000 liter
4. 60.000 liter

INHOUD

Hoeveel cm3 vloeistof kan in een tube van 100 ml?​

Tip: Je moet 'oversteken' van 'vloeibare inhoud' naar 'meetbare inhoud'

Tip: Maak niet de fout om te denken dat 1 cm3 gelijk is aan 1 cl​

Weten: Je kunt altijd oversteken van liters naar dm3 en van cm3 naar ml:

             km3 - hm3 - dam3 - m3   - dm3 - cm3 - mm3

             kl      - hl      - dal     - liter  - dl      - cl     - ml

hulp

1 Reken om van 'meetbare inhoud' naar 'vloeibare inhoud

2 Je kunt alleen oversteken van dm3 naar liter OF van cm3 naar ml

hulp

1. 100 cm3
2. 10 cm3
3. 1 cm3
4. 0,1 cm3