Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Week 7: 13.3.4, 14.3 en Inperking bacteriegroei

Deze week:
§13.5 Het tellen van micro-organismen
Inperking bacteriegroei (Cumlaude)
§12.3.4 De betekenis van bacteriën
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze week:
§13.5 Het tellen van micro-organismen
Inperking bacteriegroei (Cumlaude)
§12.3.4 De betekenis van bacteriën

Slide 1 - Tekstslide

§13.5 Tellen van micro-organismen

Slide 2 - Tekstslide

Directe telling
Dode en levende micro-organismen tellen met behulp van een microscoop en een telkamer

Indirecte telling
Levende micro-organismen tellen door middel van verdunnen en uitplaten op vaste voedingsbodems (kiemgetal bepaling)

Slide 3 - Tekstslide

Directe telling
Hoeveel cellen per ml?
Inhoud 1 vierkantje= 0,004 mm3
1 ml= 1 cm3= 1000 mm3
1000/0,004= 250.000
Gemiddeld 29/16 cellen per vakje
Dus zijn er 29/16 x 250.000= 4,5.105 cellen per ml

1 hokje is 0,2 mm breed, 0,2 mm hoog en 0,1 mm diep.
Er passen 250.000 vakjes in 1 ml. 
Noteer het antwoord in wetenschappelijke notatie. 1 cijfer voor en achter de komma met een 10e macht erachter.

Slide 4 - Tekstslide

Kolonietelling
  1. Verdunningsreeks maken 10-1, 10-2, 10-3 enz.
  2. Van elke verdunning wordt 0,1 ml uitgespreid op een agarplaat
  3. Tel de plaat/platen, 30-300 kolonies=betrouwbaar

Berekening
Kiemgetal= 161 x 10 x .10E5= 1,61 .10E8 KVE per ml

Slide 5 - Tekstslide

Maken
Hoofdstuk 13 opdracht 7 en 8

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte telling?

Slide 7 - Open vraag

12.3.4 De grote betekenis van bacteriën
Bacteriën zijn 
overal
Diep in de zee onder hoge druk met hoge zoutconcentraties
In heetwaterbronnen van meer dan 100 graden Celsius.
In zure of juist basische omgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Schadelijke bacteriën






Hoe merk je dit?



Pathogenen
Ziekmakende bacteriën
Tegenhangers zijn de commensalen
Voedselbederf
Verslechtering van voedselkwaliteit door bacteriegroei

Slide 9 - Tekstslide

Voedselinfectie
Zie door opname van de pathogene bacterie uit het voedsel.
 
Bijvoorbeeld Salmonella.

Slide 10 - Tekstslide

Voedselvergiftiging


Hierbij word je ziek door de opname van gifstoffen (toxinen) die door bacteriën in het voedsel geproduceerd zijn.

Is dus iets anders dan een voedselinfectie  

Slide 11 - Tekstslide

Algenbloei door cyanobacteriën
Vormen drijflagen op het water omdat ze gasvacuolen maken.
Zwemwater ongeschikt maken

Slide 12 - Tekstslide

Nuttige bacteriën
Produceert enzymen voor bijvoorbeeld wasmiddelen
In de grond breken ze organische stoffen af zodat deze hergebruikt kunnen worden.
Helpen bij de productie van levensmiddelen.

Slide 13 - Tekstslide

Genetische manipulatie van bacteriën
Productie van o.a. :
  • Insuline
  • EPO
  • Groeihormoon

Slide 14 - Tekstslide

Inperking bacteriegroei
Document staat op Cumlaude

Slide 15 - Tekstslide

Manieren van inperken
  1. Celwandbeschadiging
  2. Onwerkzaam maken van eiwitten
  3. DNA beschadiging

Chemische inperking

Fysische inperking
Bij beschadiging of remming van de aanmaak van de celwand loopt de cel leeg en sterft af.
Eiwitten die nodig zijn voor de stofwisseling gaan kapot waardoor de cel afsterft.
Door DNA beschadiging kan de cel geen eiwitten maken, stopt de stofwisseling en sterft de cel.
Het doden van micro-organismen met behulp van chemische stoffen.
Het doden van micro-organismen met behulp van fysische middelen zoals temperatuur of straling.

Slide 16 - Tekstslide

Chemische inperking
  1. Antiseptica
  2. Desinfectanti
  3. Chemo
  4. Antibiotica
Antiseptica
Op levend weefsel, zoals waterstofperoxide als mondspoeling of jodiumoplossing voor de huid.
Desinfectantia
Op niet levende materialen, zoals het tafeloppervlak ontsmetten met 70% alcohol.
Chemotherapeutische reagentia
Chemische stoffen die de groei van cellen remmen of vernietigen in levend weefsel.
Antibiotica
Stofwisselingsproducten van micro-organismen die de groei van bacteriën remmen of ze vernietigen.

Slide 17 - Tekstslide

Fysische inperking
  1. Hoge temperatuur
  2. Lage temperatuur
  3. Straling
  4. Osmotische waarde
  5. Drogen
  6. Filtratie
Hoge zoutconcentraties remmen de groei van micro-organismen.
Straling beschadigd het DNA van het micro-organisme waardoor deze sterft.
Bananenchips zijn zo droog dat micro-organismen er bijna niet op kunnen groeien.
Deze worst is droog en flink gezouten. Door weinig vocht en een hoge osmotische waarde worden micro-organismen geremd in hun groei.
Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer de stofwisseling van het micro-organisme, hoe meer de groei wordt geremd.
Met hoge druk en temperatuur worden micro-organismen gedood.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Lezen document "Inperking bacteriegroei" op Cumlaude
Maken bijbehorende opdrachten.

Slide 19 - Tekstslide

Nu maken
Opdracht inperking bacteriegroei

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden H12 
Opdracht 3: Wat bedoelt men met binaire deling? Waarom vindt bij de vermeerdering van bacteriën geen
mitose plaats?
dwarsdeling, bacteriën hebben geen kern met chromosomen.

Opdracht 4: Wat bedoelt men met sporogenese? Waarom vormen sommige bacteriën endosporen?
sporenvorming (genesis = ontstaan), om ongunstige omstandigheden te overleven

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden H13
Opdracht 7: 
10 vierkantjes (0,004 
214/10 = 21,4 cellen gemiddeld / vierkantje = gelijk aan
21,4 cellen / 0,000004 cm^3 = 21,4 cellen / 0,000004 ml
1ml/0,000004ml = 250.000x
21,4 cellen * 250.000 = 5.350.000 cellen/ml = 5,35 x10^6 cellen/ml 

(mm)3

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden H13
Opdracht 8
Tussen de 30-300 kolonies op de plaat is betrouwbaar. Dit betekent dat alleen plaat 2 van de 10^4 met 41 kolonies kan worden meegenomen.
41 kolonies * 10^4 = 410000 kve/0,1 ml
410000 * 10 = 4100000 kve/ml = 4,1*10^6 kve/ml

Slide 23 - Tekstslide

Inperking bacteriegroei
Doxycycline = chemisch
Flamicine is chemisch
Ioniserende straling = fysisch
Sterilisatie = fysisch

Augmentin = antibioticum
Chloorhexidine = antisepticum
Cisplatine = chemotherapeutisch
Chloor = desinfectans
Jodium = antisepticum
Tetracycline = antibioticum

Slide 24 - Tekstslide