Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Feiten, Meningen, Drogredenen, Tekstverbanden

Welkom bij NL
We nemen onderwerpen van Lezen 3F door.
Deze onderwerpen zitten soms gevat in vragen.
Keuzevragen en open vragen.
Doe actief mee! (De toets hierover is volgende week!)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij NL
We nemen onderwerpen van Lezen 3F door.
Deze onderwerpen zitten soms gevat in vragen.
Keuzevragen en open vragen.
Doe actief mee! (De toets hierover is volgende week!)

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat we feiten en meningen kunnen onderscheiden?

Slide 2 - Open vraag

Vertel in je eigen woorden: hoe herken je of iets een feit of een mening is?

Slide 3 - Open vraag

De koffie is hier altijd lauw.
A
feit
B
mening

Slide 4 - Quizvraag

De koffie is hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quizvraag

Meneer Wolters vindt de koffie hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quizvraag

sporten is goed voor je
Geef een objectief argument

Slide 7 - Woordweb

sporten is goed voor je
Geef een subjectief argument

Slide 8 - Woordweb

Noem een TEKSTSOORT

Slide 9 - Open vraag

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Ik ben van mening dat we geen vlees meer moeten eten, maar mijn beste vriend denkt daar anders over.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Reden

Slide 10 - Quizvraag

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Als jij mijn tas inpakt, koop ik onderweg iets lekkers voor je.
A
Volgorde van tijd
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 13 - Tekstslide


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 14 - Quizvraag


  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 15 - Quizvraag

Drogreden
Een drogreden (schijnreden, onjuiste redenatie) is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
2. Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
3. Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet?
4. Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus
5. Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 17 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over non-verbale communicatie?

Slide 18 - Open vraag

Succes met de voorbereiding!

Slide 19 - Tekstslide