ABR6 14.10.2024

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

14.10.2024

Planning

• Start B1 
• 1.1
• (Het nieuws)
• Afsluiting

Start B1

• Boeken uitdelen
• Woordenlijst 
• Inloggen Kleurrijker (cursuscode voorin het boek) 

Start B1

• Blader eens door het boek
• Welke onderwerpen worden in het boek behandeld?
• Zie je verschil tussen het A2-boek en het B1-boek? 

1.1

• Ga naar blz. 6
• Wat is het onderwerp
• Schrijf 3 dingen op over jezelf/werk/familie/opleiding
• 1 ding is niet waar
• Lees de zinnen voor aan de andere cursisten.
• De cursisten raden wat niet waar is. 
• Kunnen ze het raden? 

1.1

• Bekijk opdracht 2
• Pak werkblad 1.1a
• Lees de tekst en beantwoord de vragen
• Bespreken 

1.1

• Lees de tekst op blz. 3 nog een keer (zelfde als op het werkblad)
• Beantwoord de vragen (bovenaan blz. 7) 
• Bespreken

1.1

• Bekijk het oranje blokje op blz. 7
• In Taalcompleet B1 ga je heel veel nieuwe woorden leren.
• Meer dan in A2!
• De woorden zijn verdeeld in 2 groepen.
• 1. Deze woorden moet je begrijpen.
• 2. Deze woorden moet je zelf kunnen gebruiken.  

1.1

• Bekijk de blauwe woorden op blz. 7
• Bespreken 

1.1

• Maak tweetallen
• Maak samen opdr. 4, 5 + 6
• Bespreken 

1.1

• Maak zelfstandig opdr. 8 + 9
• Bespreken 

1.1

• Maak nieuwe tweetallen
• Spreek samen: opdr. 7 + 10
• Klassikaal: vertel over jouw gekozen persoon
• Bespreken

1.1

• Herhaling scheidbaar werkwoord  

Scheidbaar werkwoord

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

verleden tijd

voltooid verleden tijd

gebiedende wijs

tegenwoordige tijd

Twee werkwoorden

Staan er twee werkwoorden in de zin? Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin. 

Het scheidbare werkwoord

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

uitlachen      =   lachen  +  uit

scheidbaar             werkwoord + voorzetsel
werkwoord

Tijd voor quizvragen:

Ik maak het eten klaar!

Wat is het scheidbare werkwoord?

2. maken
3. klaar
4. klaarmaken

Ik ben opgegroeid in een dorp!

Wat is het scheidbare werkwoord?

1. groeien
2. voor galg en rad
3. opgroeien

Jullie staan om acht uur op.

Wat is het scheidbare werkwoord?

1. jullie
2. opstaan
3. staan
4. op

Ik maak de keuken schoon.

Wat is het scheidbare werkwoord?

1. schoonmaken
2. maken
3. schoon
4. ik

Ik trek mijn nieuwe jas aan.

Wat is het scheidbare werkwoord?

1. trekken
2. maken
3. aantrekken
4. mijn nieuwe jas

Schrijf 3 andere scheidbare
werkwoorden die je kent

Open vragen:

Schrijf het antwoord op:

Ik ........ een briefje voor mijn docent ..... (ophangen)

Zij ....... haar kamer vanavond ......
(opruimen)

Ik ....... mijn vriend ......
(ophalen)

Mohamed ....... de les uit het boek ......
(overschrijven)

Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden

passen

schuiven

drinken

pakken

nemen

bellen

maken

in

op

aan

af

uit

voor

1.1

• Maak tweetallen
• Pak werkblad 1.1b 
• Spreek samen.
  
• Eerste ronde:
  
• Cursist A: lees de vragen. Cursist B: lees het antwoord. Probeer het snel voor te lezen.
  
• Klaar? Dan leest cursist B de vragen.
  
• Tweede ronde:
  
• Cursist A: lees de vragen. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Probeer snel antwoord te geven.
  
• Klaar? Dan leest cursist B de vragen

1.1

• Maak zelfstandig opdr. 13
• Bespreken 

1.1

• Maak nieuwe tweetallen
• Pak de praatplaat ''Het Hobbyhuis''
• Kijk naar de personen op de plaat.
• Wat hebben zij vandaag gedaan?
• Maak samen zinnen met het voltooid deelwoord. 
• Bespreken

Afsluiting

• HW voor woensdag: