h17, 18 en 19
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Afnemerskrediet....
A
eerst de betaling, dan volgt de levering
B
eerst de levering, dan volgt de betaling
Slide 2 - Quizvraag
Het agio per aandeel kunnen we op de volgende manier berekenen...
A
beurskoers - nominale waarde
B
emissiewaarde - beurskoers
C
emissiewaarde - nominale waarde
D
intrinsieke waarde - nominale waarde
Slide 3 - Quizvraag
Petra koopt een huis en sluit hiervoor een hypothecaire lening bij de bank af.
Petra is de ...
Petra is de ...
A
hypotheeknemer
B
hypotheekgever
Slide 4 - Quizvraag
Als obligatiehouder heb je stemrecht/ zeggenschap
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Bij een marketorder wordt de opdracht tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een hypothecaire lening is te verkrijgen op de ...
A
geldmarkt
B
kapitaalmarkt
Slide 7 - Quizvraag
De winst van een NV is €200.000. Het dividendpercentage is 12%. Het geplaatst aandelenkapitaal is €400.000. De nominale waarde per aandeel is €10.
Bereken het bedrag dat de NV beschikbaar stelt voor dividend.
Bereken het bedrag dat de NV beschikbaar stelt voor dividend.
A
€1,20
B
€48.000
C
€24.000
D
€200.000
Slide 8 - Quizvraag
Bij een annuïteitenlening betaal je ieder jaar hetzelfde bedrag aan rente
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De algemene reserve is hetzelfde als de...
A
herwaarderingsreserve
B
winstreserve
C
agioreserve
D
dividendreserve
Slide 10 - Quizvraag
De dispositieruimte is het maximumbedrag dat je bij een rc-krediet op kunt nemen.
A
juist
B
onjuist