Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 1.4 GHV

Les 1.4 GHV
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1.4 GHV

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zoek op en geef een voorbeeld:
1. Wat is een noun?
2. Wat is een adjective?
3. Wat is een adverb?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Adjective vs. Adverb
That's a perfect answer.

She sang perfectly.

What is the difference?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Uitzondering
Bij het bijvoeglijk naamwoord good hoort het bijwoord well.

He is a good man. (bijv naamwoord)
He sleeps well. (bijwoord).

Slide 15 - Tekstslide

These words describe how we do something
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 16 - Quizvraag

These words such as 'drink' and 'run' demonstrate actions.
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 17 - Quizvraag

These words describe an object a person or a place
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 18 - Quizvraag

These words identify an object a person or a place
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 19 - Quizvraag

These words usually ends with -ly
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 20 - Quizvraag

We sometimes add s or -es when there is more than one.
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 21 - Quizvraag

We sometimes add s or -es when there is more than one.
A
Verb
B
Noun
C
Adjective
D
Adverb

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide