Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Probleemgedrag

Probleemgedrag
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Probleemgedrag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is onbegrepen gedrag?
Probleemgedrag kan zijn: agressief gedrag, maar ook weglopen, onrust, storend gedrag of het weigeren van zorg. In de ouderenzorg wordt het ook vaak onbegrepen gedrag genoemd. Voor zorgverleners is het vaak moeilijk om hiermee om te gaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Welk probleemgedrag kom
jij tegen op je BPV?

Slide 4 - Woordweb

Waar komt het gedrag vandaan?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ga je ermee om?
Probleemgedrag vraagt om een multidisciplinaire en methodische aanpak, gericht op de onderliggende problematiek

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe wordt er bij jou in je BPV
omgegaan met probleemgedrag?

Slide 8 - Woordweb

Aanpak
Een van de grootste risico’s bij het omgaan met probleemgedrag is dat al een oplossing wordt gekozen voordat precies duidelijk is wat de oorzaak is. Achtergronden van probleemgedrag zijn vaak ingewikkeld zijn. Daarom is het nodig methodisch te werk te gaan om de verschillende factoren die invloed kunnen hebben, te achterhalen. Dat doe je samen met andere professionals en met naasten van de cliënt bijvoorbeeld via een stappenplan.

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan

Slide 10 - Tekstslide

Signaleringsplan

Slide 11 - Tekstslide

Heb jij wel eens een signaleringsplan gezien?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 12 - Quizvraag

ABC's methode
De ABCs-methode bestaat uit vier stappen waarmee je onbegrepen gedrag van mensen met dementie leert begrijpen en oplossen. De stappen staan beschreven in een flyer. Je krijgt tips om om te gaan met gedrag of emoties, zoals depressie en angsten, apathie, onrustig gedrag, en wanen en hallucinaties.

Slide 13 - Tekstslide

Waar staat het voor?
A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie?
B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag?
C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag?
s - samen: bespreek mogelijkheden voor verandering met andere betrokkenen.


De ABCs-methode werkt het beste als je veel contact houdt met je cliënt en zijn naasten. Maak duidelijke afspraken met elkaar en bedenk met elkaar mogelijke oplossingen. Betrek je team als dat nodig is.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geef me de vijf
Je cliënt heeft een diagnose in het autisme spectrum. Het gedrag van deze cliënt roept soms veel vragen op. De cliënt voert opdrachten niet uit en heeft het vaak moeilijk. In de begeleiding zit je soms met je handen in je haar. Je hebt geen idee hoe je je cliënt verder kan helpen. Voor je gevoel sta je als begeleider en als team met je rug tegen de muur. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Methode Heijkoop
De Methode Heijkoop is een methodiek voor het begeleiden van (verstandelijk gehandicapte) cliënten met ernstige probleemgedragingen. De methode gaat er in beginsel van uit dat "De situatie is vastgelopen, niet de persoon". Het gemis van veiligheid in de omgeving zorgt voor soms erg pijnlijke en bizarre gedragingen bij cliënten, zoals diverse vormen van automutilatie, sterk agressief gedrag jegens mensen en voorwerpen en afsluiting voor de wereld om zich heen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

GRIP
Het programma Grip op probleemgedrag, bedoeld voor het hele zorgteam, bestaat uit een scholing over probleemgedrag en het belang van methodisch werken. Vervolgens wordt het methodisch werken vormgegeven en ondersteund in vier stappen:

  1. Vroegtijdig vaststellen van probleemgedrag door verbeterde signalering door verzorging, aan de hand van een scorelijst (NPI-Q).
  2. Analyse van het gedrag met behulp van een werkblad, dat wordt doorgegeven aan de arts (bij een lichamelijke oorzaak) en/of aan de psycholoog (bij een mogelijk psychische oorzaak).
  3. Opstellen van behandelplan, -doel en evaluatiemoment door de arts en/of psycholoog.
  4. Evaluatie met het team door de arts of de psycholoog.

Slide 21 - Tekstslide

Maken 
E-learning:
https://cce.nl/e-learning/probleemgedrag-bij-dementie

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link