Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

EBE paragraaf 7.1

Paragraaf 7.1
Kostprijsberekening met directe en indirecte kosten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.1
Kostprijsberekening met directe en indirecte kosten

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je vandaag? 
  • Het verschil tussen directe en indirecte kosten
  • Het verschil tussen een heterogeen en homogeen product
  • de gevolgen van deze verschillen voor het berekenen van de kostprijs.

Slide 2 - Tekstslide

Directe kosten
  • kosten  waarvan je precies kan weet voor welk product ze gemaakt zijn.

Indirecte kosten
  • kosten die niet direct toe te wijzen zijn aan een product

Slide 3 - Tekstslide

7-1.1: homogene massaproductie
  • Het woordje "homo" betekent hetzelfde.
  • Homogene massaproductie = 1 product in grote hoeveelheden. Bijvoorbeeld: 1 soort loempia of 1 soort suikerklontjes.
  • alle kosten hebben te maken met dat product
  • kosten zijn directe kosten, het is niet moeilijk om de kostprijs te berekenen. 
  • Zie rekenvoorbeeld bladzijde 124.

Slide 4 - Tekstslide

7-1.2: heterogene massaproductie
  • een onderneming produceert verschillende producten
  • welke kosten worden gemaakt voor welk product?
  • niet alle kosten zijn direct toe te wijzen aan een product = indirecte kosten. Zoals: kosten van bewaking van het bedrijf.
  • de kosten van bijvoorbeeld arbeid of materiaal verschillen per product. Om de kostprijs te bepalen moet je de indirecte kosten verdelen over de diverse producten.

Slide 5 - Tekstslide

Noem voorbeelden van directe kosten

Slide 6 - Woordweb

Een fabriek die meerdere producten in grote hoeveelheden maakt
A
Homogene massaproductie
B
Heterogene massaproductie

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk type massaproductie zijn er geen indirecte kosten?
A
Homogene massaproductie
B
Heterogene massaproductie

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 2: Als je slechts één product in grote hoeveelheden maakt, spreek je van
A
Heterogene massaproductie
B
Homogene massaproductie

Slide 9 - Quizvraag

Noem voorbeelden van indirecte kosten

Slide 10 - Woordweb

Opdrachten bij hoofdstuk 7



Let op! 
In H7 zitten 2 paragrafen, paragraaf 2 gaan we echter splitten in meerdere lessen. 
Paragraaf
Kennis
Routine
1
1, 2
2
3 t/m 10
R1 t/m R6

Slide 11 - Tekstslide