In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Circulatiestelsel
Slide 1 - Tekstslide
Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel
Slide 2 - Quizvraag
Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel
Slide 4 - Quizvraag
Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 5 - Quizvraag
In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven.
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Slide 6 - Sleepvraag
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.
Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader
Slide 7 - Sleepvraag
Een kransslagader vervoert zuurstofarm bloed naar de hartspier
A
niet waar
B
waar
Slide 8 - Quizvraag
In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed.
A
niet waar
B
waar
Slide 9 - Quizvraag
Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop
Slide 10 - Sleepvraag
Wat kan onder andere een hartinfarct veroorzaken?
A
Verstopping van de kransslagader
B
Een ongezond dieet
C
Lage bloeddruk
D
Slecht werkende pacemaker
Slide 11 - Quizvraag
Slagaders
Aders
Naar het hart toe
Van het hart af
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Spierwand
Kleppen
Slide 12 - Sleepvraag
Een hartinfarct
A
krijgt een deel van de hartspier geen zuurstof meer
B
is een langdurige verstoring van het
normale hartritme
C
is de snelheid waarmee het hart samentrekt
D
is wanneer de druk tegen de wanden van de bloedvaten te laag is
Slide 13 - Quizvraag
In de afbeelding hiernaast zie je de kans op een hartinfarct bij rokers en niet-rokers. Iemand heeft nooit gerookt. Vul hele getallen in: De kans dat deze persoon een hartinfarct krijgt, is gemiddeld......%. Iemand rookt elke dag een pakje sigaretten. De kans op een hartinfarct is dan ........ keer zo groot als bij iemand die nooit rookt.