Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Examentraining Schrijven 2F, 2e bijeenkomst

Wat staat er op de planning?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat staat er op de planning?

Slide 1 - Tekstslide

Ter kennisgeving .....
Je moet gemiddeld een 5 staan, wil je in april mee mogen doen aan het examen Schrijven. Dus: Lever je schrijfopdrachten in!

PS de examens gaan NIET op de computer,

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit het ermee? Ben je welkom bij de toets werkwoordspelling?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom deze lessen?
Het Examen Schrijven komt eraan! Daarom trainen op vaardigheden die nodig zijn om het examen Schrijven goed te kunnen maken.

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Naast oefenen met schrijven van lange teksten is er veel aandacht voor spelling en grammatica in de lessen. 

Deze week ga je verder met het schrijven van de informatieve tekst (inleveren) en werkwoordspelling centraal (volgende week toets tt, vt & volt.tijd)

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen: Aan het eind van deze les....
  • Je gebruikt bronnen bij het schrijven van een langere tekst.
  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige, verleden tijd en voltooide tijd correct vervoegen.
  • Kun je een korte en krachtige informatieve tekst schrijven en je levert deze ter beoordeling bij mij in.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer is een bron volgens jou betrouwbaar?

Slide 7 - Open vraag

Betrouwbaar of niet?
Een artikel over een ver vakantieland in de reisgids van VrijUit.
A
Wel
B
Niet

Slide 8 - Quizvraag

Betrouwbaar of niet?
Een artikel op Nu.nl
A
Wel
B
Niet

Slide 9 - Quizvraag

Kijk naar de tekst. Straks krijg je een vraag over de bron.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de bron van deze tekst?

Slide 11 - Open vraag

Betrouwbaar of niet?

Een tekst over een afslankmiddel in een folder van de drogist.
A
Wel
B
Niet

Slide 12 - Quizvraag

Betrouwbaar of niet?

Een verhaal over een bekend voetbalecht-
paar in Story.
A
Wel
B
Niet

Slide 13 - Quizvraag

Betrouwbaar of niet?

Een artikel op Facebook over vaccinaties.
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 14 - Quizvraag

Brongebruik in je artikel (1)
  • In je tekst waar je straks mee verder gaat, moet je twee bronnen gebruiken.
  • Ik wil dat je de bronnen die je gebruikt onderaan je tekst noemt. Bijvoorbeeld:
  • Instagram (https://instagram.nl)
  • Het gaat goed met de tijger in Nepal, de Volkskrant 14 januari 2023

Slide 15 - Tekstslide

Herhalen werkwoordspelling 
i.v.m. de toets volgende week.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom heeft Mehmet dat niet meteen .......? (vertellen, volt.tijd)
A
vertelt
B
verteld

Slide 17 - Quizvraag

Is die auto daar in de bocht ..... (slippen, volt.tijd)
A
geslipt
B
geslipd

Slide 18 - Quizvraag

Die agent daar ...... ons gisteren door te lopen. (beduiden, alles door elkaar)
A
beduidt
B
beduide
C
beduid
D
beduidde

Slide 19 - Quizvraag

Waardoor ..... jij tegenwoordig toch je vingers zo vaak? (branden, alles door elkaar)
A
brand
B
brandt
C
brande
D
brandde

Slide 20 - Quizvraag

Hij ...... dat niet zo. (bedoelen, alles door elkaar)
A
bedoelt
B
bedoeld

Slide 21 - Quizvraag

Hij heeft dat niet zo ......! (bedoelen, alles door elkaar)
A
bedoelt
B
bedoeld

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag ......
Vorige week:
Ga naar Nu Nederlands
2e druk: Maak opdracht 2.5: opdrachten 1, 2 en 3 Examenopdracht bij Schrijven Techniek
3e druk: Maak opdracht 2: opdrachten 1 A, B en C Kort en Krachtig bij Schrijven Techniek Studie en Beroep

Deze week:
Ga naar Nu Nederlands
2e druk: Maak opdracht 2.5: opdracht D Examenopdracht bij Schrijven Techniek (cijfer)
3e druk: Maak opdracht 2: opdracht 4 Kort en Krachtig bij Schrijven Techniek Studie en Beroep  (cijfer)

Oefen met werkwoordspelling in NU Nederlands
Volgende week: korte toets werkwoordspelling + inleveren via de mail je artikel (AZ.Verschoor@tcrmbo.nl)



Slide 23 - Tekstslide

Tot nu toe heeft hij nog iedere dag ...... (wandelen, volt.tijd)
A
gewandelt
B
gewandeld

Slide 24 - Quizvraag