Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

1a: Directe telling met een telkamer

Directe telling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Directe telling

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Hoeveel gistcellen bevat de geleverde gistsuspensie per ml?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk!
  1. Telkamer schoonmaken met ethanol
  2. Gistsuspensie goed homogeniseren!
  3. Suspensie met behulp van een capillairtje aanbrengen onder het dekglas
  4. Lees nu het practicum door op Wikiwijs en beantwoordt de volgende vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom mag je de telkamer alleen met ethanol schoonmaken?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het belang van het homogeniseren van de gistsuspensie?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een cappilairtje?

Slide 7 - Open vraag

Tellen
Je telt de gistcellen in 25 vierkantjes met afmeting C onder de microscoop bij 400x vergroting.

Slide 8 - Tekstslide

Bereken het oppervlak van hokje C.

Slide 9 - Open vraag

Bereken nu de inhoud van 1 hokje C. (Zoek de diepte op in Wikiwijs)

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel mm3 is 1 ml?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel hokjes van formaat C passen er dan in 1 ml?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel keer past hokje C in 1 ml?
Je weet dat 1 ml=1 cm3 =1000 mm3
Je weet dat de inhoud van 1 hokje C= 0,2 mm x 0,2 mmx 0,1 mm= 0,004 mm3
De inhoud van 1 hokje C pas dus 1000/0,004= 250.000 keer in 1 ml

Slide 15 - Tekstslide

Na het tellen
  1. Draai je de kleinste vergroting weer voor
  2. Maak je de telkamer weer schoon (bewaar het dekglas!)
  3. Ruim je alles op en begin je aan de uitwerking

Slide 16 - Tekstslide

Bereken het gemiddeld aantal cellen/hokje

Slide 17 - Open vraag

Bereken nu het aantal cellen/ml in wetenschappelijke notatie!

Slide 18 - Open vraag

Hoe gaat die eindberekening?
Als je alle hokjes die in een ml passen zou willen tellen, dan moet je er dus 250.000 tellen. Aangezien dat te lang duurt tellen we er 25 en berekenen het gemiddeld aantal cellen/hokje. Nu je weet hoeveel cellen/hokje er zijn, kun je berekenen hoeveel er in 250.000 zitten (1 ml) door deze getallen te vermenigvuldigen.  

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de inhoud van hokje D

Slide 20 - Open vraag

Newtonse ringen worden zichtbaar door breking van het licht

Slide 21 - Tekstslide

Waarom mag het monster niet in de gootjes terecht komen?

Slide 22 - Open vraag