Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

ObserverendLerenLezen3

Observerend leren lezen - les 3
Een les lezen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Observerend leren lezen - les 3
Een les lezen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
1. Lesdoel  en terugkoppeling naar vorige les
2. Het belang van teruglezen (& uitleg over eye-tracking)
3. Voorbereidende opdracht
4. Filmpjes van drie lezende leerlingen bekijken en beschrijven
5. De drie lezende leerlingen vergelijken met jezelf en met elkaar
6. Conclusie: Wat heb je geleerd?


Slide 2 - Tekstslide

1. De vorige les
In de vorige les bespraken we wat het betekent om diep begrip bij een tekst op te bouwen - een vaardigheid die je nog vaak later in je leven zult moeten inzetten. Op school, in je vervolgstudie, op je werk. 

Weet je nog wat kenmerkend is voor diep tekstbegrip?

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkend voor diep tekstbegrip is vooral dat je ...
A
fraaie filosofische gedachten over een tekst kunt formuleren
B
dat je precies, in de woorden van de tekst, over het tekstonderwerp kunt vertellen
C
tekstverbanden en functies van alinea's in een tekst juist kunt benoemen
D
de hoofdlijn van een tekst goed in eigen woorden na kunt vertellen

Slide 4 - Quizvraag

1. Lesdoel van deze les
Had je het goed? Diep begrip ontstaat als je de tekstinhoud aan je eigen kennis koppelt; dan kun je in eigen woorden over een tekst praten. Voor zo'n diep tekstbegrip is actief,  bewust lezen, zeker bij pittige teksten, vaak de eerste voorwaarde.

Maar wat moet je daarvoor doen? In deze tweede les willen we je duidelijk maken hoe en waarom je daarvoor tekstdelen vaak moet teruglezen.


Slide 5 - Tekstslide

2. Waarom teruglezen?
Zeker als je een pittigere tekst leest, kun je voor diep begrip een tekst niet automatisch, regel na regel doorlezen. Je zult dan voor, tijdens en na het lezen bewuste denkstappen moeten zetten en past je lezen aan totdat je de tekst voor je leesdoel voldoende begrijpt.

Teruglezen is dus essentieel!

Slide 6 - Tekstslide

Hieronder staan zeven uitspraken. Wanneer een uitspraak leidt tot diep begrip, plaats dan een ster in het vakje.

Je stelt jezelf vragen over tekstuitspraken tijdens het lezen.
Je leest de volgende alinea, al begrijp je de vorige niet.
Je bepaalt wat de belangrijkste zin of zinnen zijn in een alinea.
Je formuleert in jezelf na lezen de hoofdgedachte van de tekst.
Je denkt van tevoren na wat je al over het tekstonderwerp weet.
Je zoekt van een onbelangrijk woord de betekenis op internet op.
Je scant voor of na het lezen nog kort de belangrijkste tekstdelen.

Slide 7 - Sleepvraag

Teruglezen ...
Een lastige alinea of passage snappen, de hoofdgedachte bepalen, vaststellen wat belangrijk is in een alinea, controleren of je een alinea voldoende begrijpt: veel van wat je doet om een tekst diep te begrijpen, houdt teruglezen in.

Slide 8 - Tekstslide

In hoeverre lees jij zelf vaak en uitgebreid tekstdelen terug als je een tekst voor school moet bestuderen?

Slide 9 - Open vraag

2. Eye-tracking:
Gaze-replays
In deze les gebruiken we weer eye-tracking-filmpjes: 'gaze-replays'  van lezende leerlingen. In deze filmpjes is te volgen waarop leerlingen fixeerden (hun ogen richtten).

Herinner je je het nog? Op de afbeelding is te zien hoe twee leerlingen een tekst lazen: waarin verschilt de linker zich van de rechter?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
A
De linker leest langzamer dan de rechter.
B
De linker leest sneller dan de rechter.
C
De linker heeft lenzen, de rechter niet.
D
De linker heeft een bril, de rechter niet.

Slide 11 - Quizvraag

3. Voorbereidende opdracht
Je hoort en ziet straks hoe drie leerlingen een korte tekst dieper proberen te begrijpen voor een werkstuk over alcoholmisbruik in Nederland. Daarbij gebruiken ze allerlei leesstrategieën.

Lees eerst de tekst zelf, op zo'n manier dat je een duidelijk beeld van de inhoud hebt en de hoofdlijnen diep begrijpt. Je moet dadelijk een korte samenvatting van deze tekst kunnen maken, zonder dat je de tekst nog erbij hebt! 
Let erop wat je doet tijdens het bestuderen: wat doe je, welke 'strategieën' zet je in?

Slide 12 - Tekstslide

Alcohol maakt u lelijker

[1] Onlangs kwam de Gezondheidsraad met een alarmerend rapport. Dat er iets goed zou zijn aan onze ‘lievelingsverslaving’ is een groot misverstand. Bepaalde vormen van kanker, verkeersongelukken, agressiviteit – het kan echt allemaal aan alcohol gerelateerd worden.

[2] Moet de overheid nu een grootschalig ontmoedigingsbeleid invoeren via belasting en voorlichting? Let intussen op de valse dubbele moraal: wel waarschuwen en belasten met accijnzen, maar niet volledig verbieden, ondanks de hoge kosten voor de gezondheidszorg. Voor het actief ontmoedigen van ongeremde consumptie pleit veel, maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor frisdrank of worst. De vraag is bovendien of het wel de moeite waard is om overheidsgeld in te zetten op het terugdringen van lichte alcoholconsumptie. De meest recente poging tot een volledig verbod, de Prohibition (1920-1933) in de VS, bleek onhaalbaar en



ineffectief. Corruptie, geweld en criminaliteit namen sterk toe en de overheid kon de inkomsten niet missen. 

[3] De Prohibition had vooral een morele inslag. Onze moraal heet nu gezondheid en uiterlijk. Nog steeds drinken acht op de tien Nederlanders. Of dat veel verandert door te waarschuwen voor de gezondheid (‘Alcohol maakt u lelijker en slomer dan u lief is!’), is de vraag. 

[4] Tijdens de Prohibition waren er voorstanders van temperance, matigheid, en ook nu gaat het om hoeveelheid. Mensen doen voortdurend dingen die risico’s inhouden. Ze eten ongezond, bewegen te weinig, ondernemen gevaarlijke sporten. Het zit in de menselijke aard risico’s te nemen en die eigenschap heeft ons ook veel vernieuwing gebracht. Misschien kan de overheid misschien wel beter volstaan met een waarschuwingssticker op de fles: drink niet meer dan een glas per dag.    (Einde)

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je gedaan om deze tekst diep te begrijpen? Beschrijf!

Slide 14 - Open vraag

Vat de tekst nu samen in één zin van max. 30 woorden. Kijk niet terug!

Slide 15 - Open vraag

4. Drie lezende leerlingen bekijken en beschrijven
Je krijgt nu te zien en te horen hoe drie vwo 4-leerlingen deze tekst diep proberen te begrijpen. Bij elke leerling vragen we je enkele opdrachten te maken, waarbij we het vooral met je erover willen hebben hoe hij of zij deze tekst probeert te begrijpen: wat leest hij/zij terug? En lukt het de leerling zo diep begrip op te bouwen?

Als je de drie leerlingen hebt gezien en beschreven, zullen we je gaan vragen ze met elkaar (en met jezelf) te vergelijken.

Slide 16 - Tekstslide

Leerling 1: Bram
De eerste leerling van wie je de oogbewegingen gaat zien, is Bram. Bram leest de tekst 'Alcohol' maakt u lelijker'. Je gaat één filmpje van zijn gedrag zien. Wat leest hij terug, en waarom? En bouwt hij uiteindelijk diep begrip op?

Volg zijn kijkpatroon en vraag je af hoe hij tekstdelen herleest: scant hij bijvoorbeeld de tekst? Of kijkt hij naar tekstdelen terug? Enz. (Het is trouwens aan te raden om het filmpje twee keer te bekijken: het gaat allemaal nogal snel ... )

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe leest Bram terug tijdens het lezen?
En waarom doet hij dit, denk je?

Slide 19 - Open vraag

Bram levert commentaar op zijn eigen leesgedrag.

In hoeverre blijkt uit zijn commentaar diep begrip?
Leg uit.

Slide 20 - Open vraag

Heeft Bram de tekst nu diep begrepen, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Leerling 2: Julia
De tweede leerling van wie je de oogbewegingen gaat zien, is Julia. Je bekijkt één filmpje waarin ze de hele tekst leest. Volg haar kijkpatroon en vraag je af wat ze waarom terugleest. En heeft ze de tekst daarmee uiteindelijk diep begrepen, denk je?

(Je wist het al: het is aan te raden om het filmpje twee keer te bekijken: het gaat allemaal nogal snel ...)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe leest Julia terug tijdens het lezen?
En waarom doet ze dit, denk je?

Slide 24 - Open vraag

Julia levert commentaar op haar eigen leesgedrag. In hoeverre blijkt uit haar commentaar
diep begrip? Leg uit.

Slide 25 - Open vraag

Heeft Julia de tekst nu diep begrepen, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Leerling 3: Margje
De derde leerling van wie je in één filmpje weer de oogbewegingen gaat zien, is Margje. Volg haar kijkpatroon tijdens het lezen en en vraag je af wat ze waarom terugleest. En heeft zij daarmee de tekst uiteindelijk diep begrepen, denk je?

(Je wist het al: het is aan te raden om het filmpje twee keer te bekijken: het gaat allemaal nogal snel ...)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hoe leest Margje terug tijdens het lezen?
En waarom doet ze dit, denk je?

Slide 29 - Open vraag

Margje levert commentaar op haar eigen leesgedrag. In hoeverre blijkt uit haar commentaar
diep begrip? Leg uit.

Slide 30 - Open vraag

Heeft Margje de tekst nu diep begrepen, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Open vraag

5. Vergelijken van de leerlingen
Hopelijk heb je nu een beeld hoe de drie leerlingen door terug te lezen nogal verschillend de tekst 'Alcohol maakt u lelijker' proberen te begrijpen.

We gaan nu de leerlingen eerst met jouzelf, en daarna met elkaar vergelijken. 




Slide 32 - Tekstslide

5a De leerlingen met jezelf vergelijken
Maar eerst een andere belangrijke vraag: op welke lezer leek jij het meest wat strategisch lezen betreft? Op lezer 1, Bram? Op lezer 2, Julia? Of lezer 3, Margje?

Weet je het? Beantwoord dan de volgende vraag.

Slide 33 - Tekstslide

Op welke lezer leek jij vooral, Bram, Julia of Margje? Leg uit!

Slide 34 - Open vraag

Had je daarmee naar jouw idee
diep begrip opgebouwd? Leg uit.

Slide 35 - Open vraag


5b De leerlingen met elkaar vergelijken 

Laten we nu de drie lezers onderling vergelijken: wie van hen begrijpt de tekst diep? En hoe slaagden deze leerlingen al teruglezend erin de tekst diep te begrijpen?

Slide 36 - Tekstslide

Wie heeft de tekst duidelijk diep begrepen, vind je?
Kies een leerling.
A
Bram
B
Julia
C
Margje

Slide 37 - Quizvraag

Hoe bleek uit de videobeelden vooral dat hij/zij de tekst duidelijk begreep, vind je? Kies een antwoord uit.
A
Hij of zij las snel en hoefde nauwelijks iets terug te lezen.
B
Hij of zij las vrij geduldig en herlas een alinea die eerst niet duidelijk was.
C
Hij of zij las de tekst geduldig door en herlas sprongsgewijs bijna alle alinea's opnieuw.

Slide 38 - Quizvraag

Hoe bleek uit het audiocommentaar wie de tekst duidelijk begreep, vind je? Kies een antwoord uit.
A
Hij of zij gaf kort aan de tekst wel goed te begrijpen.
B
Hij of zij vertelde het meest in eigen woorden over de tekstinhoud.
C
Hij of zij gaf aan welke woorden of zinnen moeilijk/makkelijk waren.
D
Hij of zij gaf duidelijk wat belangrijk was in de tekst en wat niet.

Slide 39 - Quizvraag

Wie begreep de tekst?
Ons lijken Julia en Margje allebei op hun eigen manier de belangrijkste gedachten in de tekst te hebben begrepen, ze doen allebei uiteindelijk nogal trefzeker en in eigen woorden uitspraken over de tekst. Maar hoe ze daarbij tekstdelen teruglazen, verschilt nogal. Julia verzet daarbij best wel wat meer werk dan Margje.


Slide 40 - Tekstslide

En Bram dan?
Bram leest weinig terug. Misschien snapte hij alles meteen, maar Bram lijkt ons de tekst wat minder goed te hebben begrepen: hij zegt vrijwel niks inhoudelijks over de tekst.

Daarmee lijkt hij een bekende valkuil te zijn ingetrapt: snappen wat elke zin afzonderlijk betekent, is geen diep maar oppervlakkig begrip. Je bent immers niet in staat de gedachtegang van de tekst in eigen woorden, zonder de tekst erbij te formuleren.


Slide 41 - Tekstslide

Welke leerling las de tekst het meest strategisch: Julia of Margje? Leg uit.

Slide 42 - Open vraag

Wie las het beste terug?
Julia en Margje bereiken allebei hetzelfde doel; er is dus geen 'beste'! Julia doet alleen wat meer ervoor dan Margje: ze probeerde eerst door terug te lezen te repareren wat ze in eerste instantie niet begreep en probeerde daarna zaken dieper te begrijpen.
Margje leek de tekst in eerste instantie sneller te begrijpen. Ze had weinig leesproblemen, ze las op het laatst alleen zaken terug om ze beter te doorgronden.
De een 'werkte' dus wat harder ervoor dan de ander, maar het resultaat lijkt ons grotendeels hetzelfde: diep begrip.

Slide 43 - Tekstslide

6. Conclusie

Slide 44 - Tekstslide

Teruglezen, teruglezen, teruglezen ... 
Oppervlakkig, direct snappen wat de zinnen in een tekst betekenen, is niet hetzelfde begrip als in eigen woorden over de inhoud van een tekst nadenken.
Voor diep begrip moet je vaker en intensiever delen uit de tekst lezen. Vooral bij pittige teksten zul je vaak en intensief tekstdelen terug moeten lezen.





Slide 45 - Tekstslide

Teruglezen in drie stappen ...

Teruglezen is voor diep begrip essentieel. Op drie manieren:
1) Snap je tekstdelen niet? Lees ze terug en probeer ze te begrijpen!
2) Heb of had je moeite zaken te begrijpen? Controleer of je ze voldoende begrijpt.
3) Kun je de gedachtegang in de tekst nog niet in eigen woorden omzetten? Lees terug en formuleer voor jezelf de gedachtegang!

Slide 46 - Tekstslide

Voor diep begrip moet je dus vaak ...
teruglezen, teruglezen! Door moeilijke zinnen en alinea's te herlezen, door belangrijke zinnen te herlezen, door verbanden te leggen tussen alinea's, door de tekst na lezen te scannen.

Zo repareer, controleer en verdiep je je tekstbegrip.

Slide 47 - Tekstslide

Wat heb je door deze les geleerd over je eigen manier van lezen?

Slide 48 - Open vraag

We zijn bijna aan het einde van deze les. We wilden je duidelijk maken dat voor een goed begrip je vaak terug moet lezen. Hopelijk vond je het leuk en leerzaam.
In hoeverre heb je iets van deze les geleerd?

Slide 49 - Open vraag

Dank voor je aandacht!

Einde van deze les
 

Slide 50 - Tekstslide