In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Oefenvragen over H3
Reinigen en vullen
boek: wortelkanaalbehandeling
J. de Jonge
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer begint de step- back fase?
A
nadat met behulp van de lengtefoto de juiste werklengte is bepaald
B
voordat de juiste werklengte is bepaald
C
beide antwoorden zijn juist
D
Geen van deze antwoorden zijn juist
Slide 2 - Quizvraag
Tijdens de handpreparatie worden de kanalen schoon gevijld met handvijlen, wanneer spreken we van de hoofdvijl?
A
alle vijlen waarmee op lengte gewerkt wordt
B
de eerste vijl waarmee op er op lengte gewerkt wordt.
C
De laatste vijl waarmee er op lengte gewerkt is.
D
de eerste en laatste vijl waarmee op lengte gewerkt wordt.
Slide 3 - Quizvraag
wat is het voordeel van Ni Ti vijlen?
A
zeer buigzaam en speciaal voor roterend instrumentarium
B
kunnen vaak gebruikt worden
C
zijn voor niet- roterend instrumentarium
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 4 - Quizvraag
Waarmee worden de kanalen gedroogd voordat deze gevuld gaan worden?
A
Guttapercha stiftjes
B
watjes
C
drogen is niet nodig
D
papierstiftjes ( paper points)
Slide 5 - Quizvraag
De kanalen zijn gedroogd en kunnen gevuld worden, welk materiaal wordt er dan meestal gebruikt?
A
paper points
B
guttapercha
C
calciumhydroxide
D
vullen is niet nodig
Slide 6 - Quizvraag
Het kanaal wordt over de gehele lengte gevuld zodat de laterale kanaaltjes ook afgedicht worden.
A
dit is waar
B
dit is niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Hoe kan je een plugger herkennen?
A
de letter p op het handvat en heeft een afgeplatte punt
B
de letter s op het handvat en heeft een afgeplatte punt
C
de letter p op het handvat en heeft
een punt
D
de letter s op het handvat en de heeft een punt
Slide 8 - Quizvraag
Met welk instrument wordt de overmaat aan guttapercha verwijderd?
A
een hete Ash 6
B
een hete Ash49
C
dit is niet nodig
D
kan met beide
Slide 9 - Quizvraag
Cavit wordt gebruikt als permanent vulmateriaal voor het vullen van het element na de endo behandeling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Oefenvragen over H4
bijzondere endodontische behandelingen
boek: wortelkanaalbehandeling
J. de Jonge
Slide 11 - Tekstslide
Als een gebitselement zwaar door cariës is aangetast dan spreken we van....?
A
Een apexresectie
B
Een verloren element
C
Cariës profunda
D
alle antwoorden zijn onjuist.
Slide 12 - Quizvraag
Calciumhydroxide heeft een bacterie-dodend effect en zet de pulpa aan tot het vormen van reparatief dentine
A
waar.
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Bij wie wordt een vitaalamputatie het meest toegepast?
A
kinderen
B
volwassenen
C
beide antwoorden zijn goed
D
beide antwoorden zijn fout.
Slide 14 - Quizvraag
Met een extirpatienaald kan je de nog aanwezige pulpa streng uit het wortelkanaal halen.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Uit hoeveel zittingen bestaat een apexificatie met MTA
A
1 zitting
B
2 zittingen
C
3 zittingen
D
4 zittingen
Slide 16 - Quizvraag
een apexresectie wordt altijd door een kaakchirurg uitgevoerd
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noemen we een vulling die tijdens een apexresectie in de wortelpunt wordt aangebracht als kanaalafsluiting als dit met guttapercha niet mogelijk is?