Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Herhaling thema 8 & 10

Herhaling thema 8 & 10
Wat is er allemaal blijven hangen?
Didactische werkvormen en Evaluatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
B&LMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling thema 8 & 10
Wat is er allemaal blijven hangen?
Didactische werkvormen en Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Evaluatie
Doelstelling
Beginsituatie
Les/Training

Slide 2 - Sleepvraag

Wat zijn didactische werkvormen?

Slide 3 - Open vraag

Didactische werkvormen
  • Een effectieve weg die de lesgever en de deelnemers samen bewandelen om het doel te bereiken
  • Manieren om leren in de zaal/zwembad/veld zo te organiseren dat deelnemers zo veel mogelijk leren
  • Gedragswijzen van de lesgever gericht op het tot stand brengen van de leerervaringen met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen bij de deelnemers
  • Het geheel van didactische handelingen die in de groep door de lesgever worden aangewend met het oog op het bereiken van vooraf bepaalde doelstellingen



Een didactische werkvorm is in elk geval een activiteit van een lesgever. De lesgever bepaalt hoe de lessituatie eruit ziet en hoe de deelnemers leerervaringen opdoen. De activiteiten van de lesgever zijn gericht op het behalen van goede leerresultaten door de deelnemers.

Slide 4 - Tekstslide

Didactische werkvormen kun je indelen in 3 groepen:

Slide 5 - Open vraag

Indeling van didactische werkvormen
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die lesgever biedt
Vrij werken
Opdrachtvorm
Open did. werkvorm
Werken in groepen
Instructievorm
Gesloten did. werkvorm
Werken in vaste volgorde
Vraagvorm, gesprekvorm
Klassikaal werken
Vorm van zelfontdekking
Coachvorm
Spelvorm

Slide 6 - Tekstslide

De keuze voor bepaalde didactische werkvorm in afhankelijk van:
A
De beginsituatie
B
De doelstelling van de les
C
Welke bewegingsvormen aangeboden wordt
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Didactische werkvorm bepalen
De keuze voor bepaalde didactische werkvormen is van veel factoren afhankelijk:
Beginsituatie:
  • Randvoorwaarden
  • Deelnemers:
    - leeftijd
    - zelfstandigheid
    - aantal
Doelstelling:
  • Motorisch
  • Cognitief
  • Sociaal-affectief
Bewegingsvorm(en):
  • Risico, gevaar
  • Concentratie

Slide 8 - Tekstslide

Vrij werken
Werken in groepen
Werken in vaste volgorde
Klassikaal werken
Deelnemers hebben een vrije keuze in de bewegingssituatie
Deelnemers zijn verdeeld in een aantal groepen
Hierbij kun je denken aan omgangsbaan of circuit
Alle deelnemers zijn met hetzelfde bezig
Voordeel, deelnemers kunnen intensief werken
Deelnemers kunnen op eigen interesse trainen/oefenen
Bijvoorbeeld klim en klauter onderdelen achter elkaar
Versterkt het groepsgevoel
De bewegingssituatie is overzichtelijk
Deelnemers leren bewegingssituatie zelf op gang houden

Slide 9 - Sleepvraag

Welke vorm is het meest geschikt voor het aanleren van tactiek?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm is het meest geschikt voor het aanleren van techniek?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm laat de deelnemers het meeste meedenken?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm geeft weinig tot geen aanwijzingen en instructie?
A
Opdrachtvorm
B
Vorm van zelfontdekking
C
Instructievorm
D
Coachvorm

Slide 13 - Quizvraag

Geef aan hoe je deelnemers meer ruimte (open situatie) kunt geven door gebruik van materiaal en/of werktijd:

Slide 14 - Open vraag

Hoe zie je didactische werkvormen terug in de lesvoorbereiding? EN wat vul je in?

Slide 15 - Open vraag

Evaluatie
Les/training
Doelstelling
Beginstuatie

Slide 16 - Sleepvraag

Wat zijn de functies van evalueren?
Probeer minimaal 3 van de 6 functies te noemen:

Slide 17 - Open vraag

Functies van evalueren
  • Verbeteren volgende les
  • Bijstellen van doelstelling(en)
  • Input voor begeleiding van SB-deelnemers
  • Reflectie eigen functioneren
  • Verantwoording van je handelen
  • Beoordelen van het vaardigheidsniveau

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is het bijstellen van doelstelling(en) een functie van evalueren?

Slide 19 - Open vraag

Noem de 3 momenten van evalueren

Slide 20 - Open vraag

Momenten van evalueren

  • Begin van de les (terugkomen op vorige les)​
  • Aan het einde van de les ​
  • Na een langere periode/serie lessen

Slide 21 - Tekstslide

Waar staat de afkorting PDCA voor?

Slide 22 - Open vraag

PDCA
Lesgeven is een continu proces. 
Plan: Plannen wat we gaan doen en hoe we dit gaan doen.

Do: Doen wat we hebben gepland.

Check: Controleren of alles volgens plan is verlopen.

Act: Aanpassen wat niet volgens plan is verlopen

Slide 23 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een proces en product evaluatie:

Slide 24 - Open vraag

Evaluatie vormen
Evalueren kan gericht zijn op 2 verschillende punten:

  • Het behaalde eindresultaat (het product) = productevaluatie​

  • De manier waarop dit resultaat tot stand is gekomen (het proces) = procesevaluatie

Slide 25 - Tekstslide

Proces evaluatie
Product evaluatie
Groepsgesprekken
Individuele gesprekken​
Evaluatieformulieren​
Prestatieproeven​
Circuit
Wedstrijd

Slide 26 - Sleepvraag

Indeling van didactische werkvormen
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die lesgever biedt
Vrij werken
Opdrachtvorm
Open did. werkvorm
Werken in groepen
Instructievorm
Gesloten did. werkvorm
Werken in vaste volgorde
Vraagvorm, gesprekvorm
Klassikaal werken
Vorm van zelfontdekking
Coachvorm
Spelvorm

Slide 27 - Tekstslide