Geslachtsorganen
1 / 26
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ander naam voor schede?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De schede loopt van de schaamlippen tot aan de anus.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ander woord voor de baarmoeder?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De baarmoeder ligt tussen de blaas en het rectum
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De cervix zit aan de bovenkant van de baarmoeder
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
De onderkant van de baarmoeder is smal en heet de baarmoederhals (cervix). De cervix mondt uit in de schede.
De cervix wordt afgesloten door een slijmprop. Waarom gebeurd dit?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
De eileiders vangen de eicel op na de eisprong en bewegen de eicel voort naar de baarmoederholte. Aan het eind van de eileiders zitten uitlopertjes, een soort vingertjes die de eierstok aftasten en bij een eisprong de eicel opvangen. Als er rondom de eisprong geslachtsgemeenschap is geweest, zwemmen de zaadcellen naar de eicel in de eileider en bevruchten die daar. Vervolgens wordt de bevruchte eicel door het trilhaarepitheel van de eileider naar de baarmoederholte vervoerd. Dit duurt ongeveer drie dagen.
Slide 10 - Tekstslide
De eierstokken of ovaria zijn kleine ovale orgaantjes van ongeveer twee bij vier centimeter.
In de eierstokken zitten alle eicellen die een vrouw gedurende haar hele leven nodig heeft.
Als de eicel uitgerijpt is, volgt de eisprong en wordt de eicel opgevangen door de eileider.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Men heeft primaire geslachtskenmerken. Wat wordt er met primair bedoeld?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Waaruit bestaat de penis niet?
A
schacht en eikel
B
schacht en plasbuis
C
eikel en urethra
D
eikel en glanspenis
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de penis bevinden zich zwellichamen. Leg uit hoe dit werkt.
Slide 19 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
met ejaculaat wordt alleen de zaadcellen bedoeld.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Als het lichaam koud is, dan is de balzakspier ontspannen en hangen de zaadballen iets lager, wat goed is voor de vorming van zaadcellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Vanaf de puberteit maakt de man gemiddeld 400 miljoen zaadcellen per dag.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Zaadballen maken ook het hormoon progesteron, dat verantwoordelijk is voor de mannelijke geslachtskenmerken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Sperma bestaat dus uit zaadcellen, vocht uit zaadblaasjes en vocht uit de prostaat
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Al vroeg tijdens de embryonale ontwikkeling worden de testikels aangemaakt, hoog in de buikholte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Liesbreuk: als verbinding tussen de buikholte en scrotum is afgesloten.
A
Waar
B
Niet waar