Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

H10 Breuken optellen en aftrekken



Rekenen H10: Breuken
Optellen en aftrekken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Rekenen H10: Breuken
Optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

H10 Breuken
Eerst even herhalen:
Wat weet jij over 'BREUKEN' ?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

De 'teller'  =  het aantal delen van het geheel. 
Hier: 1 van de 6

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf als een breuk:
driekwart

Slide 6 - Open vraag

Schrijf als een breuk:
Twee en een kwart

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Breuken vergelijken
Om breuken te kunnen vergelijken met elkaar, 
moet je ze eerst gelijknamig maken.

Slide 9 - Tekstslide

Gelijknamige breuk
Gelijkwaardige breuk

Slide 10 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Slide 11 - Tekstslide

Welke antwoord is juist?
A
1/2 < 1/4
B
1/3 > 1/2
C
1/3 = 2/6
D
2/4 = 6/8

Slide 12 - Quizvraag

Breuken vereenvoudigen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vereenvoudig zover mogelijk
26/4 = ?

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking vraag
      26                  2                      1
    _____  =     6  ___     =      6  ___
        4                   4                      2
namelijk:  4/4 = 1    en dat kun je 6 keer uit 26/4 halen, dan houd je 2/4 over. En 2/4 is 1/2. Dan is de uitkomst  6 1/2 

Slide 16 - Tekstslide

Breuken optellen en aftrekken
Als de noemers van de breuken gelijk zijn,
kun je de tellers gewoon bij elkaar optellen of aftrekken. 
Met de noemers hoef je dan niets te doen. 
Dit zijn gelijkwaardige breuken. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat moet je als eerste doen als je twee niet gelijknamige breuken op moet tellen?
A
Gelijknamig maken ( de ondersten gelijk)
B
Bovenste x bovenste Onderste x onderste
C
Bovenste + bovenste Onderste + onderste
D
Ik heb geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Breuken optellen en aftrekken

                 3                   1   
            ______    +   ______   =
                 8                   4

Stap 1: Breuken gelijknamig maken
Stap 2: Tellers bij elkaar optellen       

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

7/8 - 1/3 =

Slide 22 - Open vraag

Uitwerking vraag
      7                1                  21                8                  13
   _____   -   _____  =      _____   -    ______    =   ______
      8                3                 24              24                 24

Slide 23 - Tekstslide

Laatste onderwerp: 
Breuk en kommagetal 
 

Slide 24 - Tekstslide