In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Trainen en gezondheid
Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 10
Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
Leerdoelen
Biomechanica
Hefbomen
Herhaling en opfrissen
Newton
Hydromechanica
Translatie en rotatie
Leerdoelen behaald?
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je hebt basiskennis over biomechanica.
Slide 3 - Tekstslide
Hefbomen
Hefboom wordt ingezet om op een slimme manier met gerichte krachtsinzet een grotere last te overwinnen
5 factoren:
een last = L
een kracht = K
een draaipunt of as
een lastarm = La
een krachtarm = Ka
Slide 4 - Tekstslide
Hefbomen
Slide 5 - Tekstslide
Hefbomen
Evenwicht:
K x Ka = L x La
Ongunstige hefboom = korte Ka en lange La
Gunstige hefboom = langere Ka en kortere La
Slide 6 - Tekstslide
Hefbomen
Slide 7 - Tekstslide
Een hefboom met een korte krachtsarm en een lange lastarm is gunstig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Hefboom som
De last die moet worden gedragen is 5 kilogram
De lastarm is 20cm en de krachtsarm is 15 cm
Hoeveel kracht (Newton) moet er geleverd worden, zodat er evenwicht is?
Je krijgt een kladblaadje van de docent!
Slide 9 - Tekstslide
Krachtarm
Lastarm
Last 5 kilo
Kracht ?
K x Ka = L x La
15 cm
20 cm
FOUTE ANTWOORDEN
66,66 Newton
70 Newton
100 Newton
50 Newton
Slide 10 - Sleepvraag
Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La
5 kilogram = 50 N
K x 15 = 50N x 20
K x 15 = 1000 (2 x 3 = 6, dus 6/3=2)
K = 1000 / 15 = 66,667N
ONGUNSTIGE HEFBOOM
Slide 11 - Tekstslide
Krachtarm
Lastarm
Last 4 kilo
Kracht ?
K x Ka = L x La
40 cm
20 cm
FOUTE ANTWOORDEN
20 Newton
30 Newton
40 Newton
10 Newton
Slide 12 - Sleepvraag
Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La
4 kilogram = 40 N
K x 40 = 40N x 20
K x 40 = 800 (2 x 3 = 6, dus 6/3=2)
K = 800 / 40 = 20N
GUNSTIGE HEFBOOM
Slide 13 - Tekstslide
Krachtarm
Lastarm
Last 110N
Kracht 8 kilo
K x Ka = L x La
30 cm
????
FOUTE ANTWOORDEN
15,6 cm
21,8 cm
40 cm
11,2 cm
Slide 14 - Sleepvraag
Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La
8 kilogram = 80 N
80 x 30 = 110N x La
2400 = 110 x La
La = 2400 / 110 = 21,8cm
Slide 15 - Tekstslide
Newton
Isaac Newton
1642
Natuurkunde was zijn leven
"SUPERULTRA-bekende" 3 wetten
Slide 16 - Tekstslide
1e wet van Newton
Wet van de massatraagheid
Een lichaam blijft in rust of volhardt in zijn rust of beweging, tenzij er een kracht op wordt uitgeoefend.
Massa is traag, maar eenmaal in beweging......
Slide 17 - Tekstslide
1e wet van Newton
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
2e wet van Newton
Impulswet
Als een lichaam met een massa (M) een versnelling (A) heeft, dan is de kracht (F) die erdoor wordt uitgeoefend het product van massa en versnelling
F = M * A
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
3e wet van Newton
Actie-reactiewet:
Elke actie levert altijd een even grote, maar tegengestelde reactie op
Actie = -Reactie
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Hydromechanica
Dit gaat over krachten en wetmatigheden die in vloeistofsituaties kunnen voorkomen.
Wet van Archimedes
Principe van Bernouilli
Koppelwerking
Slide 24 - Tekstslide
Wet van Archimedes
Een lichaam of voorwerp in water krijgt een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste hoeveelheid water
Slide 25 - Tekstslide
Principe van Bernouilli
Als water (of lucht) sneller gaat stromen, worden de moleculen ervan uit elkaar getrokken en zal de druk van dit water (of deze lucht) wat gaan dalen waardoor drukverschillen ontstaan
Slide 26 - Tekstslide
Principe van Bernouilli
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Koppelwerking
Drijvende voorwerpen hebben te maken met 2 centra van krachten te maken:
het centrum van de massa: het zwaartepunt
het centrum van de opwaartse kracht: het opdrukpunt
Slide 29 - Tekstslide
Koppelwerking
Slide 30 - Tekstslide
Translatie en rotatie
Translatie:
verplaatsing; beweging van een voorwerp waarbij de richting behouden blijft
Rotatie:
draaiing; beweging van een voorwerp waarbij de richting veranderd
Slide 31 - Tekstslide
Translatie en rotatie
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Magnuseffect
De effectbal
In het begin overheerst de translatiekracht. Maar deze neemt af, naarmate de bal dichter het doel nadert. De rotatiekrachten die van + naar - gaan , zullen uiteindelijk de bal naar binnen drukken
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Lichaam
Translaties en rotaties van het lichaam
Lengte-as
Breedte-as
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Leerdoelen behaald?
Je hebt basiskennis over biomechanica.
Slide 38 - Tekstslide
En nu?
Studeren biomechanica (uitgedeeld op papier)
Vrijdag > praktijk hardlopen en verwerkingsopdracht