Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Project fabels en gedichten

Creatief schrijven
fabels en gedichten
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Deze lessenserie is gemaakt voor leerlingen leerjaar 1 van het vmbo. Wellicht ook geschikt (al dan niet met een kleine aanpassing) voor leerjaar 1 havo en vwo. De leerlingen maken kennis met de eerste Oudnederlandse zin. Ze leren wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in een fabel zit. De leerlingen weten wat gedichten zijn en hoe gedichten ontstaan zijn. Ze weten hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet. Ook kunnen zij de gedichtvormen Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven
fabels en gedichten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

FABELS
- Je weet wat een fabel is
- Je kent het doel van een fabel

GEDICHTEN:
- Je weet wat een gedicht is
- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet;
- Je kunt een Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

FABELS

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een fabel?

- een kort verhaal met een

belangrijke boodschap of wijze les (moraal).

- er komen vaak dieren in voor die denken, praten en handelen als mensen.

Slide 4 - Tekstslide

Fabel van de vos en de raaf

Een van de bekendste voorbeelden is de fabel van de vos en de raaf. De slimme vos ontfutselt de raaf, die gevoelig blijkt voor vleierij, een stuk kaas.



Slide 5 - Tekstslide

Fabel van de vos en de raaf

De Griekse dichter Aesopus (620 - 560 v. Chr.) schreef de fabel van de vos en de raaf.


De Franse schrijver Jean de la Fontaine

(1621 - 1695 n. Chr.) heeft van deze fabel van Aesopus een rijmversie gemaakt.

Slide 6 - Tekstslide

Fabel van de vos en de raaf
door Jean de la Fontaine

Slide 7 - Tekstslide

Luister naar een hedendaagse vertelling van

de vos en de raaf!

Wat wil dit verhaal je leren?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke belangrijke boodschap of wijze les (moraal van het verhaal) zit er volgens jullie in 'de vos en de haan'?

Slide 10 - Open vraag

Moraal
De moraal is zonder meer toepasbaar op mensen:
wie zo dom is lovende praatjes te geloven, 
wordt bedrogen waar hij bij staat.

Slide 11 - Tekstslide

GEDICHTEN

Slide 12 - Tekstslide

Geschiedenis gedichten

Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm.

Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij  beter onthouden en het brengt
meer spanning in de manier van vertellen.



Slide 13 - Tekstslide

Gedichten wel/niet op rijm

Gedichten hoeven niet te rijmen. Een gedicht dat niet rijmt noem je ‘blank vers’.


 Als een gedicht wel rijmt, heb je te maken met een rijmschema. Je ziet dan welke zinnen steeds op elkaar rijmen.




Slide 14 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 15 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b

c

c

Slide 16 - Tekstslide

Gedichten

- Een gedicht valt vooral op door de vorm: de regels zijn korter dan in een verhaal (proza), de regels worden niet vol geschreven.


- Een regel in een gedicht bestaat soms maar uit enkele woorden. Het is vaak erg wit rondom een gedicht.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


Dit is een...
A
blank vers
B
rijmgedicht

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
abcabc
B
ababacac
C
aabbaacc

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
aabb ccbb
B
abab acac
C
aabbaacc
D
abcb abcb

Slide 23 - Quizvraag

Soorten gedichten

Er zijn verschillende soorten gedichten.


Jullie gaan nu kennismaken met vier verschillende soorten gedichten.


Elfje - Haiku - Limerick - naamgedicht.

Slide 24 - Tekstslide

UITLEG ELFJE

Een elfje is een gedicht van elf woorden die in vijf regels geschreven zijn.  

Regel 1: Eén beginwoord

Regel 2: Twee woorden

Regel 3: Drie woorden

Regel 4: Vier woorden

Regel 5: Eén woord, in de vorm van  een conlusie, uitroep of oplossing




Slide 25 - Tekstslide

ELFJE

Fiets

Is niets

In deze stad

Hij wordt steeds gejat

Triest



Slide 26 - Tekstslide

ELFJE

Tijger
Kijkt scherp

Kan goed zoeken

Hij grijpt het dier

Hap




















Slide 27 - Tekstslide

UITLEG HAIKU

Een rijmloos gedicht van drie regels met een vast aantal lettergrepen heet een haiku.

De zeventien lettergrepen zijn verdeeld over drie regels.

De eerste regel heeft 5 lettergrepen.

De tweede regel heeft 7 lettergrepen.

De derde regel heeft 5 lettergrepen.



Slide 28 - Tekstslide

HAIKU

de kat ligt op schoot

ik begin braaf te aaien

zo zet je hem aan

              (Kees van Kooten)



Slide 29 - Tekstslide

HAIKU

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond


(Basho)

Slide 30 - Tekstslide

UITLEG LIMERICK

Een limerick bestaat uit vijf regels.

In de eerste regels staat altijd een plaatsnaam.

Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.

Het rijmschema is AABBA. 

Het aantal lettergrepen per regel staat vast.

Slide 31 - Tekstslide

UITLEG LIMERICK

Regel 1:           9 lettergrepen

Regel 2:           9 lettergrepen

Regel 3:           5 lettergrepen

Regel 4:           5 lettergrepen

Regel 5:           9 lettergrepen



Slide 32 - Tekstslide

LIMERICK

Er was een een cobra uit Made

Die wilde zijn accu opladen

Hij nam toen de gok

En brak uit zijn hok

Maar werd toch gepakt voor zijn daden

Slide 33 - Tekstslide

LIMERICK

Er was eens een vrouw uit Abcoude

Die graag op wat kattenvoer kauwde

Maar o wat een lol

Na zes blikken vol

Ze praatte niet meer, maar miauwde

Slide 34 - Tekstslide

UITLEG NAAMGEDICHT

Een naamgedicht is leuk en heel persoonlijk. 

Het begint met een naam.

De letters van de naam staan onder elkaar.

Elke letter is het begin van een (bij de naam of persoon) passende dichtregel, waardoor en flitsend gedicht ontstaat.



Slide 35 - Tekstslide

NAAMGEDICHT

Daar ligt ze

O zo mooi

O zo prachtig

Rozen om haar heen

Nu komt de prins

Redder in nood

O zo snel

O zo stoer

Sterk met zijn zwaard

Ja daar wijkt de haag

En dan ...de kus



Slide 36 - Tekstslide

NAAMGEDICHT

Nu schrijf ik

Alle letters

Allemaal onder elkaar

Maat, of rijm, of vorm

Doen eventjes niet mee

Ik knutsel totdat elke regel

Cool klinkt zoals ik het wil

Het wordt dan haast vanzelf

Toch een mooi gedicht



Slide 37 - Tekstslide

Zelfwerkmoment:
maak je eigen naamgedicht

Stap 1: Schrijf de letters van je eigen naam onder elkaar
Stap 2: Verzin woorden of korte zinnen die bij jou passen en beginnen met de letters die je onder elkaar hebt geschreven
Stap 3: Schrijf de woorden of korte zinnen bij de letters
Stap 4: Versier de letters en maak passende tekeningen
Stap 5: Oefen met het voordragen van je eigen naamgedicht
Stap 6: Maak een foto van je naamgedicht en zet deze foto op een nieuw blad in je porfolio. Als titel noteer je 'Naamgedicht'.

Slide 38 - Tekstslide