Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

mini les vochtbalans

Mini Les (15 min)
-Uitleg
-Oefenen
-Evalueren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mini Les (15 min)
-Uitleg
-Oefenen
-Evalueren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je benoemen wat een vochtbalans is. 

Weet je het verschil tussen een positieve en negatieve vochtbalans.
 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zou er bedoelt worden met het woord vochtbalans?

( schrijf het voor jezelf op)

Slide 3 - Tekstslide

Vochtbalans
Het verschil tussen de hoeveelheid vocht dat iemand opneemt en uitscheidt.

 Vochtbalans kan gelijk, positief of negatief zijn.

Nauwkeurig bijhouden van inname en uitscheiding mbv intakelijst.

Slide 4 - Tekstslide

Negatieve vochtbalans
                                                           
                                                            - onvoldoende vochtinname

                                                            - te veel vocht uitscheiden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Positieve vochtbalans
Er blijft te veel vocht achter in het lichaam

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens het bijhouden van een vochtbalans noteer je al het vocht wat iemand inneemt en uitscheidt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Mw Jansen heeft meer geplast dan dat ze gedronken heeft ze heeft dan een
A
positieve vochtbalans
B
negatieve vochtbalans

Slide 10 - Quizvraag

Meneer de Jong heeft meer gedronken dan dat hij geplast heeft. Hij heeft een...
A
Positieve vochtbalans
B
Negatieve vochtbalans

Slide 11 - Quizvraag

Vochtbalans Mw de Jong:
1500 ml in en 1000 ml uit. Hoeveel is het verschil in de vochtbalans
A
+ 500 ml
B
- 500 ml

Slide 12 - Quizvraag

Bij een negatieve vochtbalans dan..
A
verliest iemand te veel vocht
B
houdt iemand te veel vocht vast

Slide 13 - Quizvraag

Lesdoelen behaald?
Wat is een vochtbalans?
Wanneer is er sprake van een negatieve of positieve vochtbalans?

Slide 14 - Tekstslide