Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

TC - A2 | 4 oefentoets

Oefentoets
A2 | thema 4
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets
A2 | thema 4

Slide 1 - Tekstslide

Ben je klaar voor de oefentoets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

timer
2:00
Welke blauwe
woorden ken je nog?

Slide 3 - Woordweb

Start oefentoets

Slide 4 - Tekstslide

schrijven | dictee

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoor je?

zin 1

Slide 6 - Open vraag

Wat hoor je?

zin 2

Slide 7 - Open vraag

Wat hoor je?

zin 3

Slide 8 - Open vraag

Wat hoor je?

zin 4

Slide 9 - Open vraag

Wat hoor je?

zin 5

Slide 10 - Open vraag

schrijven | maak zinnen

Slide 11 - Tekstslide

Maak een zin met....
OVERMORGEN.

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin met .....
BESTELLING.

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin met .....
VOORSTELLEN (werkwoord).

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met .....
SYSTEEM.

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin met .....
UITZOEKEN (werkwoord).

Slide 16 - Open vraag

schrijven | een klacht

Slide 17 - Tekstslide

verbeter 'de klacht'
Beste meneer Van Appelen,

Ik heb een magnetron bij uw gekogt. Ik heb haar op 12 maart gekocht, omdat hij doet het niet. Mijn eten word niet warm en een knop is kaapot. Hij ook maakt veel lawaaj.

Wil ik graag het magnetron die werkt. Kunt u oplossen deze problem?

Ik hopen dat u snel reageerd. Alvast bedankt voor u rejactie.

Met Vriendelijke Groetjes, 
Sandra Binker 



Slide 18 - Tekstslide

De klacht (zonder fouten)
Beste meneer Van Appelen,

Ik heb een magnetron bij u gekocht. Ik heb hem op 12 maart gekocht maar hij doet het niet. Mijn eten wordt niet warm en een knop is kapot. Hij maakt ook veel lawaai.

Ik wil graag een magnetron die werkt. Kunt u dit probleem oplossen?

Ik hoop dat u snel reageert. Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet, 
Sandra Binker 



Slide 19 - Tekstslide

Wat is belangrijk?
Waar letten we op?
  1. Heb je alle vragen beantwoord?
  2. OF | Heb je alle klachten benoemd?
  3. Staan de woorden op de goede plaats in de zin?
  4. Heb je de goede vorm van het werkwoord gebruikt?
  5. Heb je de goede tijd van het werkwoord gebruikt?
  6. Moet je de, het, een gebruiken?
  7. Heb je de woorden goed gespeld? 
  8. Kan de ander jouw klacht goed lezen?

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf nu zelf een klacht.
Ben je klaar?
Laat de klacht door een medecursist nakijken.
Succes!

Slide 21 - Tekstslide

De klacht
'De klacht' in de toets is een formulier

Slide 22 - Tekstslide

lezen | de website

Slide 23 - Tekstslide

Welke website bezoeken jullie?
We kijken samen op de website. 
We stellen vragen over de informatie op de website. 

Slide 24 - Tekstslide

grammatica | mij, jou, u ....

Slide 25 - Tekstslide

Vul het juiste woord in.
Ik sta voor het raam van Linda.
Zij ziet ... niet.
A
u
B
haar
C
mij
D
ons

Slide 26 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Vlad heeft veel rommel in huis.
Zijn vriend helpt ... opruimen.
A
hem
B
haar
C
hij
D
hun

Slide 27 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Wij maken vrijdag de toets.
Dan doen wij ... best.
A
wij
B
ons
C
jullie
D
hen

Slide 28 - Quizvraag

grammatica | hij, het, ze

Slide 29 - Tekstslide

Vul het juiste woord in.
Het kind eet graag wortels.
... lijkt wel een konijn.
A
ze
B
hij
C
het

Slide 30 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Mijn cursisten zijn heel leuk
... zijn de leukste van allemaal!
A
ze
B
hij
C
het

Slide 31 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Vrijdag maken we een toets.
Deze keer is ... vast makkelijk.
A
ze
B
hij
C
het

Slide 32 - Quizvraag

grammatica | begin met 'rest

Slide 33 - Tekstslide

Maak af...
Op de basisschool komen kinderen.
OP MIJN SCHOOL...

Slide 34 - Open vraag

Maak af...
Mijn jas is kapot.
GELUKKIG...

Slide 35 - Open vraag

Maak af...
Ik heb heel veel dorst.
DAAROM...

Slide 36 - Open vraag

Maak af...
Ik moet morgen eerst naar de dokter.
MISSCHIEN...

Slide 37 - Open vraag

Maak af...
Ik moet morgen naar de dokter.
HELAAS...

Slide 38 - Open vraag

Hoe ging het?
heel moeilijk
een beetje moeilijk
niet makkelijk niet moeilijk
een beetje makkelijk
heel makkelijk

Slide 39 - Poll

Tijd over?
woordenschat oefenen op Quizlet

Slide 40 - Tekstslide