Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Lezen en luisteren CE les 1

Nederlands 
Lezen & Luisteren
voorbereiden CE 3F

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Lezen & Luisteren
voorbereiden CE 3F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het oefenexamen 3F 2018-2019 al gemaakt op Facet?
A
ja
B
nee
C
ga ik zsm doen!

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën
Leesstrategieën helpen je om een tekst beter begrijpen en daardoor kun je vragen ook beter beantwoorden. 
De leesstrategieën die je kunt gebruiken:
- verkennend lezen;
- globaal lezen;
- intensief/ nauwkeurig lezen
Eigenlijk doe je dat op deze volgorde... dus eerst verkennend, dan globaal en als het nodig is intensief.

Slide 3 - Tekstslide

ander woord voor verkennend lezen = orienterend lezen
Stappenplan verkennend lezen

 Wat valt je op aan de tekstonderdelen?

- titel

-tussenkopjes

- de lead

- afbeeldingen

- bron

- Wat weet ik al over dit onderwerp?

- Je bepaalt wat de tekstsoort is en daarna het onderwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan globaal lezen
  1. TIJDENS het globaal lezen: lees je de inleiding en eerste en laatste zin van elke alinea  en vervolgens vluchtig de hele tekst.
  2. Een lezer die een tekst globaal leest, wil weten wat de antwoorden zijn die in een tekst gegeven worden op de door oriënterend lezen gevonden hoofdvragen. Dat betekent dat je jezelf vragen stelt (die met de het onderwerp en de hoofdgedachte te maken hebben) terwijl je leest.

De hoofdvraag (belangrijkste vraag)  heeft altijd een duidelijke link met de hoofdgedachte. Je zou kunnen zeggen dat het de vragen zijn die zorgen dat je de informatie over de hoofdgedachte vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan intensief lezen
  1. Lees de tekst verkennend:  bepaal tekstsoort en onderwerp
  2. Lees de tekst globaal: bepaal tekststructuur, tekstdoel en hoofdgedachte
  3. Lees de tekst intensief:
  • aanwijzingen in de inleiding
  • tekstverbanden tussen tekstdelen
  • onbekende woorden en beeldspraak
  • tabellen en diagrammen
  • betrouwbaarheid
  • evt. standpunt en argumentatie


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kijk naar de titel, vetgedrukte woorden en de plaatjes.
Nu lees ik.....
A
Globaal
B
Zoekend
C
Verkennend lezen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je de tekst bekijkt om te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp is, dan ben je
A
globaal aan het lezen
B
verkennend aan het lezen
C
intensief aan het lezen
D
een instructie aan het volgen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leesstrategie lees je de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's en vervolgens (vluchtig) de hele tekst ?
A
Verkennend lezen
B
Precies/nauwkeurig lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Het onderwerp van de tekst
1 woord (of een paar woorden)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
De boodschap van de schrijver:
- Wat wil de schrijver duidelijk maken?
- Boodschap van de tekst in één zin.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle theorie staat in Boek A

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
maken: examenopdracht blz 13

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies