ASPR Communicatie 3

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Wat weet je nog over feedback?

Wanneer ben je actief aan het luisteren?

Inhoud van de les

10 Gesprekken voeren

10.3 opbouw van gesprek

10.4 soorten gesprekken

10.5 telefoongesprek

10.6 Groepsgesprek

Hoe kun jij je kennismakingsgesprek op je stage voorbereiden?

Voorbereiden

• Het doel
• Het onderwerp
• Punten die je wilt bespreken
• Jouw rol
• Praktische zaken
• Het vervolg

De opbouw van het gesprek

• Begin: kennismaken en inhoud
• Middenstuk: iets oplossen, info uitwisselen en agenda punten
• Afronding: samenvatten, besluit nemen en afspraken maken

Wat voor soorten gesprekken zijn er?

Soorten gesprekken

• Kennismakingsgesprek: voorstellen,   - sfeer,  - verwachtingen
• Informatief gesprek: Informatie vragen, voorbereiding: wat wil je weten- stel vragen, informatie geven
•  Instructie gesprek: vraag of mensen de taak al kennen , leg uit, doe voor, laat nadoen, vragen?
• Probleemoplossend gesprek: Praktisch of persoonlijk probleem
  
• Slecht-nieuwsgesprek:  vertel dat je slecht nieuws hebt en wat er aan de hand is
  
•  geef de ander de tijd om  het te  verwerken, geef antwoord op vragen
  

Woont u al lang in deze buurt? Bent u hier voor het eerst? Hoe hebt u onze organisatie gevonden?

1. Kennismakingsgesprek
2. Instructiegesprek
3. Informatieve gesprek
4. Probleemoplossend gesprek

De helpende zorg en welzijn die vertelt hoe de cliënt de maaltijd op moet warmen.

1. Kennismakingsgesprek
2. Instructiegesprek
3. Slecht-nieuwsgesprek
4. Probleemoplossend gesprek

Gesprek waarbij iets vervelends of droevigs moet worden meegedeeld aan een klant.

1. Probleemoplossend gesprek
2. informatiegesprek
3. Slecht-nieuwsgesprek
4. Kennismakingsgesprek

Telefoongesprek

• houd pen en papier bij de hand
  
• noem voor- en achternaam en eventueel je werkgever
  
• vriendelijkheid kun je horen!
  
• luister goed, vraag door, noteer gegevens
  
• verbind door of vraag of er terug gebeld kan worden
  
• kan ik nog iets voor u doen?
  
• maak gebruik van het telefoonalfabet bij het spellen van een naam of woord.
  

Oefening

• De beller: Je belt naar het ROC om je ziek te melden. De telefonist vraagt of je je naam kan spellen?
• De beller: Je belt het fitnesscentrum om informatie: noteer de antwoorden op de blaadje. 
• De beller: Je belt een taxi chauffeur  voor je cliënt mevr. Heidema die in een rolstoel zit die eventueel opgevouwen kan worden. .

Telefoongesprek

Stel je voor....

Het is vandaag 26 september 2022. Jij werkt bij Zorgcentrum Horizon en vandaag moet je als facilitair assistent de telefoon aannemen. Om 14.45 belt de heer bakker.

Wat zeg je als je de telefoon opneemt?

Telefoongesprek 

De heer bakker is de vader van Martine Bakker, die bij jullie in zorgcentrum Horizon woont. Hij zegt tegen jou dat hij Martine morgenochtend om 9.30 uur komt halen om een dagje naar de dierentuin te gaan. Martine zal om ongeveer 16.30 uur weer terug zijn. Hij vraagt of hij een rolstoel mee kan nemen en of jullie reservekleren mee willen geven. En of jij dit alles wilt doorgeven aan Silvia, de begeleidster van mevrouw Bakker. 

Wat zeg je tegen de heer Bakker als je zijn boodschap herhaalt? 

Je wilt voor alle zekerheid het telefoonnummer van de heer Bakker nog even vragen, voor het geval er iets onduidelijk mocht zijn. Wat zeg je dan? 

Wat zeg je als afsluiting van het gesprek?

Wanneer gebruik je het telefoonalfabet?

1. Als je cijfers correct wilt noteren
2. Als je duidelijker wilt praten aan de telefoon
3. Als iemand gehoorproblemen heeft
4. Als je een naam correct wilt spellen/noteren voor een ander

Noem voorbeelden
van groepsgesprekken

Groepsgesprek

Inhoud:

• tijdsplanning
• taakverdeling

Jouw bijdrage:

• weet wat er besproken wordt
• weet wat jij wilt inbrengen
  
• laat elkaar uitpraten
  

Opdracht 

Edition.thiememeulenhoff.nl

Jij Als Dienstverlener

Thema 3 Communicatie

3.10 gesprekken voeren 

Opdrachten Thieme 1, 3a, 3b, 3c, 3d, 4A, 4B 

Alles mag bij ASPR COMM

Ken je het nog?

Voor deze opdracht volgt je de introductie van de docent!