Britt bereidt de ontvangst van goederen voor. Als de chauffeur komt, kunnen ze de goederen niet kwijt in de ontvangstruimte.
Wat had Britt moeten doen?
A
Britt had voldoende tijd en mensen moeten inplannen om de goederen te kunnen ontvangen.
B
Britt had de ontvangstruimte leeg moeten ruimen voordat de goederen kwamen.