In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 1 - Observeren en nauwkeurig kijken
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Korte terugblik op het vorige blok en de toets.
- Toetsstof blok 2.
- Doelen van deze les.
- Paragraaf 8.1
- Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Nodig bij de komende lessen:
* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling. * Eventueel pen en papier voor aantekeningen.
Slide 3 - Tekstslide
Toetsstof blok 2
- Hoofdstuk 8 - Observeren
- Hoofdstuk 9 - Een veilig klimaat
- Het voorbereidingsformulier (3-fasen)
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn de lesdoelen voor vandaag?
Aan het einde van de les:
- Weet je het verschil tussen waarnemen en observeren.
- Ken je waarnemingsfouten.
- Weet je wat selectieve, objectieve en subjectieve waarneming is.
Slide 5 - Tekstslide
Waarnemen & observeren
Waarnemen doe je (bewust en onbewust) met al je zintuigen de hele dag en nacht door.
Observeren is bewust, met een gericht doel en objectief waarnemen.
Slide 6 - Tekstslide
Waarnemen doe je (vaak) onbewust de hele dag met al je zintuigen. Schrijf op wat je de komende 30 seconden allemaal waarneemt.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Wat kan er fout gaan?
Er zijn drie soorten waarnemingsfouten:
-Onvolledig waarnemen: er gebeurt teveel tegelijk.
-Verschillend waarnemen: je ziet iets anders dan anderen.
-Onjuist waarnemen: je ziet het straks anders dan nu.
Slide 10 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 11 - Tekstslide
En hier?
Slide 12 - Tekstslide
Verschillend waarnemen...
Slide 13 - Tekstslide
Je kiest wat je ziet
Lees de paragraaf "Je kiest wat je ziet" aandachtig door.
Opdracht
Leg de invloed van je referentiekader en je waarden en normen bij het observeren in eigen woorden uit aan je buurman of buurvrouw en geef een passend voorbeeld.
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij: "Tijdens een observatie zie je dingen sneller, omdat het om gedrag gaat dat je (van) zelf herkent?"
Slide 15 - Open vraag
Objectief observeren
-Opschrijven wat je ziet
-Feiten
-Iemand anders ziet hetzelfde
Subjectief observeren
-Referentiekader speelt een rol
-Meningen en gedachten
-Iemand anders ziet het anders
Slide 16 - Tekstslide
Objectief of subjectief?
Slide 17 - Tekstslide
Welke woorden of zinnen komen niet voor in een objectieve observatie?
Slide 18 - Open vraag
Aan het werk...
Tijd over?
Ga aan de slag met de opdrachten van 8.1 in je werkboek.