Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Communicatie - H20 deel 2

Communicatie 2MZPF

- Terugblik H20 deel 1
- Instructie H20 deel 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie 2MZPF

- Terugblik H20 deel 1
- Instructie H20 deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning COM

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem één reactie op een crisis op de korte
en één reactie op de lange termijn.

Slide 3 - Open vraag

Persoonlijke crisis: ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.

Organisatiecrisis: plotselinge of onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie.
Ontkenning
Regressie
Rationalisatie
Projectie
Reactievorming
Werkelijkheid is niet te aanvaarden dus iemand zegt dat het niet gebeurd is
Terugval in gedrag wat passend is bij een eerdere leeftijdsfase
Gevoelens op afstand houden door verstand de boventoon te laten voeren
Eigen gevoelens aan iemand anders toeschrijven
Overschreeuwen van eigenlijke gevoel met tegengestelde gevoelens

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

H20 - begeleiden bij reacties op een crisis
  • Emoties als angstgevoelens, boosheid en verwardheid bij een (dreigende) crisis
  • Verwerkingsproces na een crisis
  • Belang van rituelen en symbolen
  • Omgaan met eigen emoties als beroepskracht MZ 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cliënt Rita is een paar weken terug gebeten door een hond. Bij het boodschappen doen ziet zij een hond en durft ze niet meer verder te lopen. Is er sprake van een reële of niet-reële angst?
A
Reële angst
B
Niet-reële angst

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cliënt Alex heeft nieuw werk. Op de eerst dag durft hij zijn huis niet uit te gaan en naar zijn werk te gaan.
A
Reële angst
B
Niet-reële angst

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heftige angstgevoelens bij (dreigende crisis)
Reële angst  &  niet-reële angst

Hoe ga je om met cliënten met heftige angstgevoelens?
  • Steun de cliënt in wie hij is en wat hij doet
  • Schaad het vertrouwen van de cliënt niet
  • Praten over angst is niet altijd verstandig
  • Schakel deskundige hulp in

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plotselinge verwardheid bij (dreigende crisis)
Komt naar voren in wat cliënt zegt en/of doet
    Chaotisch, maakt fouten, vergeet dingen, gebrek aan concentratie
    Wanneer sprake van zeer ernstige verwarring?


Hoe ga je om met cliënten met plotselinge verwardheid?
  • Wees alert op gevaarlijke situaties, verminder prikkels, blijf zelf rustig, zorg voor structuur en communiceer kort en helder.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meesten van jullie hebben wel een keer een boze cliënt meegemaakt, hoe ben je met deze boosheid om gegaan?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onredelijke boosheid bij (dreigende crisis)
Crisis geeft gevoel van bedreiging - kan boosheid en agressie veroorzaken

Verplaatste agressie/boosheid

Hoe ga je om met cliënten met onredelijke boosheid?
  • Spreek de cliënt aan op zijn gedrag, wacht eventueel tot cliënt kalm is
  • Gebruik de ik-boodschap
  • Maak het niet groter dan het is (hangt af van mate van boosheid)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken van een crisissituatie
Crisis verandert vanzelfsprekende zekerheden
  • Overweldigende emoties
  • Staat van verdoving
  • Schuldgevoelens
  • Depressieve gevoelens
  • Acceptatie

    Helpen bij de verwerking van een crisissituatie door:
  • Er zijn voor de cliënt
  • Ruimte geven aan de cliënt om zijn emoties te uiten
  • Draag geen oplossingen aan
  • Af en toe blijven praten over het verdriet
  • Vraag de cliënt wat hij van jou wil of verlangt

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn vanzelfsprekende zekerheden? 
Ik word niet ziek
Ik krijg geen ongeluk want rij voorzichtig

Welke rituelen of symbolen ken je rondom levensgebeurtenissen?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rituelen en symbolen
Ritueel = vaste manier van handelen in bepaalde situaties die houvast geeft
Symbool = teken, afbeelding of voorwerp dat bepaalde waarde heeft

Rituelen en symbolen kunnen houvast geven in een verwerkingsproces


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
1. Thema 9, hoofdstuk 20: alle opdrachten af maken
2. Praktijksituatie thema 9: 'Wessel wordt agressief'



Volgende week: huiswerkcheck H19/H20/Praktijksituatie

Alle opdrachten moeten af zijn voor de toets!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies