VKC Toets

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Verkoopcijfers

De verkoopprijs inclusief btw noemen we ook wel de:

1. Inkoopfactuurprijs
2. Verkoopkosten
3. Verkoopprijs
4. Consumentenprijs

De prijs die de detaillist betaalt aan de groothandel noemen we de:

1. Verkoopprijs
2. Inkoopfactuurprijs
3. Fabricagekosten
4. Inkoopprijs

De nettowinst bereken je als volgt:

1. Inkoopprijs + brutomarge
2. Commerciële kostprijs + winstopslag
3. Brutowinst - kosten
4. Omzet - inkoopkosten

De verkoopprijs bereken je als volgt:

1. Inkoopprijs + brutowinst
2. Brutowinst - overige kosten
3. Omzet - inkoop
4. Inkoopprijs + btw

15% van de verkoopprijs is brutowinst

Inkoopprijs is 100%

Verkoopprijs is 100%

De omzet van de kledingwinkel van Klaas is €35.000, in inkoopwaarde is €15.000 en de kosten zijn €7.500. Bereken de brutowinst

1. €20.000
2. €12.500
3. €2.500
4. €75.000

Een fiets heeft een verkoopprijs van €895. De brutowinstopslag is 35%. Bereken de verkoopprijs

Een loungeset heeft een consumentenprijs van €499. De btw is 21% en de brutowinstmarge is 30%. Wat is de inkoopprijs?

Wat zijn interne gegevens? Waar haal je deze informatie vandaan?

Noem 2 voorbeelden van externe gegevens

Je haalt 3 cijfers, een: 6, 7,5 en een 4,5.
Wat is het gemiddelde?

Je haalt 3 cijfers, een: 6, 7,5 en een 4,5. Deze 4,5 telt 3x mee, de andere 2 cijfers 1x. Wat is het gewogen gemiddelde?

Wat is een trend?

Wat is een patroon?

Basisjaar is 2012. Dat jaar was er €200.000 omzet.
De omzet in 2015 was €240.000. Wat is de indexcijfer van dat jaar?

1. 110
2. 115
3. 120
4. 125

Wat is deskresearch?

Wat is fieldresearch?

Je maakt een enquête. Wanneer is deze kwalitatief goed?

Je maakt een enquête. Wanneer is deze kwantitatief goed?

Waar kan je een cirkeldiagram goed voor gebruiken?