- hopeloosheid / waardeloosheid / zinloos: gedachtes aan de dood - problemen met aandacht en concentratie
Slide 9 - Tekstslide
Vier vormen van verstoorde stemming
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een gedeprimeerde stemming en een depressie?
Slide 11 - Open vraag
Depressie
Allesoverheersend! - Ontstaat meestal geleidelijk - Duur: weken tot jaren
- Opvolgen episodes (1 episode +/- 6mmd)
Veruit meest voorkomende stoornis (incl jongeren/ouderen 800.000)
- Ontstaat gemiddeld tussen 25-35 jaar - Depressies komen vaker voor bij werkeloosheid, arbeidsongeschiktheid, lager opgeleiden etc.
Slide 12 - Tekstslide
Gedachten
Schrijf voor jezelf 5 niet helpende gedachten op.
Deze gedachten had je bijv. vandaag of afgelopen weekend.
Slide 13 - Tekstslide
Gedachten omzetten
- Gedachten beïnvloeden gevoelsleven (en het handelen).
- Gedachten kan je omzetten d.m.v. een 5 G schema
Wordt o.a. gebruikt binnen cognitieve gedragstherapie
Slide 14 - Tekstslide
Uitwerken eigen 5G schema
1. Kies één van je niet helpende gedachten 2. Werk de gekozen 'niet helpende gedachte' uit in het 5G schema 3. Klaar? Ga aan de slag met het huiswerk Thema 4 – Hoofdstuk 9: Alle opdrachten
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen depressie en een sombere bui?
A
De duur en de heftigheid
B
Het neerslachtige gevoel en futloosheid
Slide 28 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar?
A
Depressie komt voort uit zelfmedelijden.
B
Iemand moed inspreken helpt goed bij depressie.
C
De kans om opnieuw depressief te worden is 50% of hoger.
D
Een depressie kan ook 1 dag duren.
Slide 29 - Quizvraag
Welk gedrag hoort bij een bipolaire stoornis?
A
Groot enthousiasme afwisselen met grote tegenzin voor iets.
B
Iemand voelt zich sterk tot mannen aangetrokken en vervolgens sterk tot vrouwen.
C
Onnatuurlijke opgewektheid wisselt af met depressieve gevoelens.
D
Hoge mate van ongeïnteresseerd gedrag richting andere mensen.
Slide 30 - Quizvraag
Maartje slaapt maar enkele uren per nacht. Ze praat aan één stuk door over een boek dat ze aan het schrijven is over hoe het leven nu werkelijk in elkaar zit. Het schriftje met haar aantekeningen is onsamenhangend en 's nachts belt ze politici om haar plan over meer windmolens uit te leggen.
In welke fase zit Maartje?
A
Depressieve fase
B
Manische fase
C
Hallucinerende fase
D
Hypomane fase
Slide 31 - Quizvraag
Stelling: Perioden van euforie worden hypomane of manische perioden genoemd.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 32 - Quizvraag
Gevoel van waardeloos zijn en schuldgevoelens hebben is een KERN-symptoom van depressie.